China vreest onrust bij minderheden

Angst voor onlusten in grensregionen

Afgelopen weekend is in Beijing een landelijke Bijeenkomst inzake Volkerenwerk afgesloten, met als thema nationale eenheid. Aanwezig waren partijsecretaris Jiang Zemin, regeringsleiders en vertegenwoordigers van China's ethnische minderheden. China heeft officieel 55 minderheden die grotendeels in afgelegen en vaak onderontwikkelde grensstreken wonen. Deze combinatie -niet Chinees, onderontwikkeld en op steenworp afstand van de oprukkende democratie- kan China, zeggen sommigen, fataal worden.

(Door Jan van der Made)

Kebab-eters in Urumqi

URUMQI (ZOP) "We houden niet van de Chinezen. Ze eten onrein voedsel en hebben geen cultuur", schreeuwt Mechmet provocerend in het engels vlak voor de centrale moskee in Urumqi, de hoofdstad van Xinjiang. Mechmet, een handelaar in zijden stoffen heeft turks bloed en sympathiseert sterk met de afscheidingsbewegingen in het westen van China. Xinjiang (lett. "Nieuw Grensgebied"), in naam een Chinese Autonome Regio is een voornamelijk door moslims bewoond gebied dat sinds een paar weken aan vier nieuwe staten grenst: Kirgizië, Tadjikstan, Kazakhstan en de Russische Federatie.

De Islam in Xinjiang wordt beleden door niet-Chinese minderheden als de Uighuren, Hui en Kirgiezen, die verwant zijn met de Centraal-Aziatische volkeren in de voormalige Soviet-Unie. Anti-Chinese sentimenten lopen hier soms hoog op. In 1990 werd er in het uiterste westen van Xinjiang een anti-regeringsopstand neergeslagen in het dorpje Baren. Een groep shiitische moslims wilden middels een jihad, een heilige oorlog een onafhankelijke staat, de Republiek van Oostelijk Turkestan, uitroepen. De opstand werd in april '90 onderdrukt ten koste van 22 doden, en sindsdien is het rustig. Maar de sfeer blijft onderhuids gespannen.

Xinjiang is niet het enige gebied dat Beijing zorgen baart. Volgens het in Hong Kong gepubliceerde Chinawatch-tijdschrift Zheng Ming circuleerde eind vorig jaar een geheim regeringsdocument, het document no. 1106 van de Chinese Staatsraad. Hierin zijn de Chinese provincies ingedeeld in 4 catagorieen: stabiele en relatief stabiele gebieden, niet voldoende stabiele gebieden en instabiele gebieden. Het document is het resultaat van 500 onderzoeksrapporten die werden samengesteld door lokale regeringsinstanties in de "30 provincies behalve Taiwan".

Posters die executies van misdadigers aankondigen. De rode 'V' betekent dat de executie is voltrokken

IJZEREN VUISTPOLITIEK

De zes gebieden die als instabiel werden gebrandmerkt zijn behalve Xinjiang de zuidelijke eilandprovincie Hainan, de provincie Fujian tegenover de kust van Taiwan, Tibet, Yunnan en de Centraal-Chinese provincie Shaanxi. Met een bevolking van 114 miljoen mensen beslaan deze gebieden samen bijna een derde van de totale oppervlakte van de Volksrepubliek.

Het document trok de aandacht van de organen van de Communistische Partij China die het rond liet gaan als studiemateriaal. Op haar beurt publiceerde de CCP een document, dat begin dit jaar doorfilterde naar het westen en waarvan de strekking in niet mis te verstane woorden een ijzeren-vuistpolitiek uitstippelde ten aanzien van de minderheden. "Wanneer er nationalistische onlusten plaatsvinden moeten die tot rust worden gebracht met de macht die staat, wet en wapens tot hun beschikking hebben", aldus het document.

>Ezelkar in Urumqi

DUBBELE OMARMING

Maar naar de buitenwacht toe draagt de politiek jegens minderheden een vriendelijker gezicht. De conferentie Volkerenwerk, die men dit weekend afsloot stelt, dat economische vooruitgang in de gebieden met ethnische minderheden hoog op de agenda staat. Bovendien zal het systeem van Autonome Gebieden gerespecteerd worden, waarbij minderheden, in naam althans, een bepaalde mate van zelfbestuur genieten, en zullen meer ethnische kaderleden worden opgenomen in de lokale regeringsstructuren. Dit alles in een poging het zelfrespect van de verschillende minderheden wat op te vijzelen.

Maar het is duidelijk waar het in feite om gaat: de meest fundamentele taak is immers, aldus het Volksdagblad, het officiele orgaan van de staat, het versterken van de grootse eenheid van de nationaliteiten en het krachtig beschermen van de eenheid van het Moederland. Ideologische opvoeding moet verstevigd worden en is afgelopen week al van start gegaan in de gedaante van de shuang yong (dubbele omarming) campagne, die tot in de meest afgelegen streken van China wordt gevoerd. In de campagne moeten het Volksbevrijdingsleger en het volk, hun wederzijdse liefde tot uitdrukking brengen. "Leger en Volk zijn als vissen en water", luidt het motto van de campagne, Zonder elkaar kunnen ze niet bestaan. De campagne wordt met gelatenheid ontvangen, en moet zeker gezien worden als een waarschuwende vinger van Beijing, die plannen tot staatsondermijnend gedrag moeten ontmoedigen.