KLATERGOUD IN GUANGZHOU

OVERSPANNEN VERWACHTINGEN BIJ MIGRANTEN

"In Zuid-China ligt het goud op straat, in de straten rijden Rolls Royces en iedereen is kan er rijk worden". Dit beeld wordt gekoesterd door China's talloze werkelozen. Aangestoken door door een enthousiasme dat de Amerikaanse goudkoorts naar de kroon steekt stappen velen op de trein en zonder een cent maar blakend van optimisme storten ze zich in de werkelijkheid van de Socialistische Markteconomie.

(Door Jan van der Made)

GUANGZHOU (ZOP) Veertien uur had Mao Zhixin in de rij gestaan om een kaartje te kopen terug naar Hubei, zijn geboorteprovicie. "Vijf dagen heb ik in Guangzhou rondgehangen. Geen werk gevonden. De Cantonnezen zijn arrogant tegenover noorderlingen. Als je niet van hier bent is het onmogelijk om werk te vinden". Zijn ogen, hol van vermoeidheid en verraden slapeloze nachten. Door geldgebrek was hij gedwongen om al die tijd op het reusachtige stationsplein van het station van Guangzhou (Canton) te bivakkeren tussen duizenden anderen in een stank die het midden houdt tussen urine, ranzige appelen, zweet en kleren die al weken niet zijn gewassen.

Zover als het blikveld reikt kluiten groepen boeren bij elkaar, van de chaotische verkeersviaducten tweehonderd meter voor het station tot de toegangsdeuren van de stationshal waar employees met luidsprekers reizigers via dikke ijzeren toegangshekken naar de juiste treinen blaffen. Hun gesnauw wordt alleen overstemd door een omroepster die treintijden uit de centrale hal laat galmen. Ordebewakers slaan met bamboestokken van meer dan een meter op de menigte in als er onrust ontstaat bij de lange rijen voor de kaartjesloketten die zich tot ver buiten het station slingeren en zich bij de staart vermengen met de schuivende en duwende menigte. "Het lijkt hier op een vluchtelingenkamp in Joegoslavie", merkt er een smalend op.

In februari alleen kwamen er 1,7 miljoen werkzoekenden naar de provincie Guangdong. Ze werden gelokt door advertenties en berichten in de pers dat die suggereren dat de straten geplaveid zijn met goud. Salarissen in de kustprovincies liggen soms meer dan vier keer hoger dan in het minder ontwikkelde gebied midden en westen van China. Volgens gegevens van het Chinese Ministerie van Arbeid neemt de stroom mensen die werk zoeken in de relatief rijke delta van de Parelrivier elk jaar met 10 procent toe. "Ieder jaar rond het Chinese nieuwjaar is er een nieuwe toevloed", vertelt een inwoner van Guangzhou. "Mensen gaan naar huis om het nieuwjaar te vieren, vertellen aan hun vrienden en kennissen hoe ontwikkeld het is en komen met tien vrienden terug. Dit jaar hield de stroom na Chinees Nieuwjaar niet op."

BLOEIENDE ZUIDEN

Maar in Guangzhou is de markt voor arbeiders van buiten de provincie verzadigd. "Alleen in de lichte industrie en constructie zijn er nog wel plaatsen, maar daarbij gaat het slechts om enkele tienduizenden", aldus de Guangzhou Commercial Times van afgelopen week. Bovendien heeft de provincie maatregelen genomen om de toevloed van buitenaf tegen te gaan en worden inkomende migranten, voor zover mogelijk, scherp gecontroleerd. "Arbeiders van buiten de provincie, of zelfs van buiten het district zijn relatief duur", vertelt de heer Mak, de Hongkongse manager van een Philipsfabriek voor autoradio's in Huizhou, een boomtown niet ver van Guangzhou. "Ze moeten slaapplaatsen hebben en hebben vaak geen verblijfsvergunning".

De migratiegolf naar het rijke zuiden van China zet de hervormingspolitiek die sinds januari vorig jaar in een stroomversnelling is geraakt, in een schraal daglicht. Het "bloeiende zuiden" toont aan, dat het in het Chinese binnenland ernstig gesteld is met de werkgelegenheid. De gezaghebbende Jingji ribao(Economisch Dagblad) stelde deze week vast dat er in heel China tweehonderd miljoen werkelozen zijn. Wanneer westerse maatstaven worden gehanteerd komt dat neer op een werkeloosheid van 30 procent.

DRIE GULDEN PER DAG

"Kleine bedrijfjes op het platteland" vormen volgens een woordvoerder van het Chinese ministerie van Arbeid een "mogelijke oplossing" voor de problemen van werkeloosheid en migratie. Deze onderneminkjes zijn een Chinese tussenvorm tussen privéondernemingen en staatsbedrijven en vormen op dit moment de meest gezonde en snelst groeiend sector van de Chinese economie: in sommige provincies staat ze voor meer dan de helft van de industriele productie en is in staat een reusachtige hoeveelheid arbeidsplaatsen te verschaffen. Wijze woorden, die echter worden genegeerd door het miljoenen sterke "leger van Sichuan" en de "Bende van Anhui", zoals de -voornamelijk naar het zuiden trekkende- stromen werkelozen uit desbetreffende provincies in de volksmond worden genoemd.

Sommigen, die wat geld hebben gespaard kunnen wat langer overleven. Ze belanden in de binnenstad van Guangzhou waar ze hun vaardigheden, het metselen van muren, witten of het repareren van sofa's, via slordig gekalligrafeerde stukken spaanplaat adverteren. "Ik kom uit Hunan" (de provincie die in het noorden aan Guangdong grenst), vertelt een in vaalblauwe lompen gehulde man die dagen achtereen op een kruispunt van de Heping straat en de Zhuji straat, vlakbij het luxueuze White Swan Hotel, bivakkeert. Voor hem ligt een bord waarop staat dat hij te huur is voor allerlei klussen. "Ik verdien ongeveer drie gulden per dag. Niet slecht". Maar de meesten zijn niet zo gelukkig als hij. Wanhopig proberen duizenden een ticket te bemachtigen terug naar huis, boos en teleurgesteld dat hun dromen verbrijzeld zijn. Het goud van Guangzhou is voor hen klatergoud gebleken.