RIJK VAN MIDDEN RIJK AAN SMOG

VERVUILING SLECHTS OP PAPIER AANGEPAKT

Een laag smog omhult meer en meer industriesteden in China. Maar voor het eerst beginnen stemmen te klinken die getuigen van bewustwording: de vervuiling moet stoppen.

(Door Jan van der Made)

Smog over Beijing

BEIJING (ZOP) Een katoenen lapje voor de mond van Xie Yuan, een bebrilde veertiger, is het enige wapen in de strijd tegen tegen de dichte smog die de winterochtenden in Beijing haar zonlicht ontneemt. Uit een inktzwart mengsel van kolenwalm uit miljoenen schoorsteenpijpen en uitlaatgassen van de file taxibusjes, driewiel-brommers, zware vrachtwagens en gelede bussen moeten Xie Yuan's longen zuurstof distilleren en tegelijkertijd energie leveren voor de dagelijkse, drie kwartier durende fietstocht naar kantoor.

"Over vijf jaar ziet Beijing er uit als Bangkok", schrijft een commentator in de Hongkongse South China Morning Post. Daar is de luchtvervuiling zo ernstig de overkant van de straat soms onzichtbaar is. Als Xie eindelijk op zijn werk arriveert is hij bedekt met een laag zwarte stof en ondanks zijn mondlapje is het noodzakelijk de keel rochelend te legen in een emaillen kwispedoor die naast zijn buro op de grond staat.

Milieuverontreiniging vormt de onvermijdelijke keerzijde van China's economische hervormingen en industriele groei van 17% per jaar. Drie van Azië's zeven meest vervuilde steden, Beijing, Shenyang en Shanghai, liggen in China. Staalstad Benxi in de provincie Liaoning wordt, getuige satellietfoto's twaalf maanden per jaar gehuld in een permanente rookwolk. Zure regen in de stad Chongqing in centraal China is letterlijk zwart en doet lantarenpalen zo snel roesten dat ze ieder half jaar een verfbeurt nodig hebben.

MATERIELE WELVAART

Water in 86% van de steden is ondrinkbaar; koelkasten (op dit moment 31 miljoen, binnen twintig jaar meer dan tien keer zoveel) met CFC's vormen een directe bedreiging voor de ozonlaag en China's acht grote autofabrieken hopen in 1995 bij elkaar een miljoen personenauto's te produceren - katalysator niet verplicht. "Je kunt wel zeggen dat ze moeten leren van de negatieve gevolgen voor het milieu in het westen", aldus Robert Williams, woordvoerder van de United Nations Industrial Development Organisation (UNIDO) in Beijing, 'maar iets als het hebben van een auto wordt gezien als het summum van materiele welvaart. Ze zien dat gezinnen in het westen allemaal een of twee auto's hebben, dus denken ze, waarom wij niet?".

Maatregelen om milieuverontreiniging tegen te gaan bestaan, op papier althans, wel degelijk. China was het eerste derde wereldland dat, in april dit jaar, met een uitgewerkt voorstel voor haar eigen "Agenda '21" kwam, een voortvloeisel van de wereld-milieutop die in 1992 in Rio de Janeiro werd gehouden. Het Chinese milieu-witboek omvat 63 projecten die moeten zorgen voor een schoner milieu.

In 1992 tekende Beijing ook het Protocol van Montreal tegen 'subtanties die de ozonlaag uitputten', CFC's in koelkasten en freongas. China had voor de ondertekening gesteld dat "het niet eerlijk was om Chinese burgers koelkasten te ontzeggen omdat het China aan de technologie ontbreekt om een vervanging te vinden voor de CFC's".

SCHOONMAAKBEURT

Kartonverzamelaars

In plaats daarvan zouden de geïndustrialiseerde landen de benodigde technologe en financiële bronnen moeten leveren om voor substituten te zorgen. Uiteindelijk kwam er een fonds van 581 miljoen USD om ontwikkelingslanden te helpen bij het maken van de technologsiche overstap.

Maar hulp en internationale fondsen lijken een druppel op een gloeiende plaat. Volgens het China's Buro voor Milieudefensie, een staatsorgaan, is maar liefst 420 miljard gulden nodig om het land een goede schoonmaakbeurt te geven.

Xie Zhenhua, directeur van China's Buro voor Milieudefensie: "De algehele kwaliteit van het milieu is schrikbarend. 20 milieuwetten in vijftien jaar hebben niet kunnen verhinderen dat fabrieken doorgaan met het lozen van afval. Beboeten helpt niet. De meeste fabrieken zijn staatsbedrijven. Worden die beboet door de staat, dan beboet de staat zichzelf. Het kan ze niets schelen".

VRIEND VAN DER NATUUR

Pressiegroepen als Greenpeace maken geen kans in China. "De Chinese regering houdt niet van onafhankelijke organisaties die actie gaan voeren en de regering voor schut kunnen zetten", aldus een westerse diplomaat in Beijing. Toch bestaat er een: een groepje intellectuelen dat zich heeft verzameld onder de naam "Vriend van de Natuur".

Directeur is de heer Liang Congjie. In april van dit jaar kreeg hij officiele toestemming om China's eerste onafhankelijke milieugroep op te richten. Het doel van het groepje (op dit moment zijn er zo'n zestig leden) is om het publiek bewuster te maken van de milieuproblematiek.

Maar omdat het geen staatsorganisatie is ontvangt Liang geen subsidies en beperken de activiteiten zich tot twee of drie gespreksbijeenkomsten per jaar. "Chinezen zijn zich nauwelijks bewust van de ernst van de milieuvervuiling. Ze hebben niet door dat ze er zelf aan bijdragen. En wanneer ze het slachtoffer worden van ernstige vervuiling weten ze niet wat ze eraan moeten doen".

Het bewijs voor die onwetendheid wordt geleverd door vier viskwekers in het district Shuiduihu in oost-Beijing. Ze hurken bij hun netten op een miniatuureilandje temidden van hun viskwekerij. Maar de vijver vormt het middelpunt van een van Beijing's ontelbare vuilnisbelten en staat in open verbinding met een rivier waar een belendende chemische fabriek haar afval in laat klokken. "Er zitten veel vissen hier. Natuurlijk kun je ze eten", merken ze vrolijk op. "Er is vraag naar, dus waar zouden we ons druk om maken?"