PORTRET: VADER FAILLISEMENTSWET PLEIT VOOR POLITIEKE VERANDERINGEN

CAO SIYUAN BALANCEERT TUSSEN KRITIEK EN BEVORDEREN HERVORMINGSPOLITIEK

In China worden dagelijks dissidenten opgepakt die politieke partijen willen oprichten of kritiek leveren op de regering, die alleen discussie toestaat over het economische hervormingsprogramma. Maar steeds vaker blijkt dat de economische hervormingen niet los gezien kunnen worden van politieke. Cao Siyuan, voormalig topadviseur van de Chinese regering gelooft dat de economische hervormingen dreigen te stagneren, en dat alleen een verandering in de politiek een oplossing kan brengen.

(Door Jan van der Made)

BEIJING (GPD)"De toekomst van China? Het is nog lang niet zover, maar ik zeg: parlementaire democratie, privatisering en humanisme. Als we geen politieke hervormingen doorvoeren kan de markteconomie zich maar gedeeltelijk ontwikkelen. Maar daarna loopt het vast. Politieke hervormingen zijn noodzakelijk". In één zin noemt econoom Cao Siyuan (50) drie hete hangijzers die Beijing's beleidsmakers schuwen sinds het bloedbad in juni 1989. Maar als het aan hem ligt zullen die idealen binnen tien of twintig jaar verwezenlijkt worden. Hij ijvert ervoor sinds hij, eind 1990, uit de gevangenis kwam.

Cao Siyuan "mag" weer. Als hoofd van het Siyuan Adviesburo voor Faillissementen en Bedrijfsfusie wordt hij regelmatig uitgenodigd door de beleidsmakers om redevoeringen te geven. In toespraken voor zwaarwichtige instituten als de Centrale Partijschool en het Politiecollege en in artikelen hamert hij op politieke hervormingen, privé initiatief en blijft vooral wijzen op het belang van de stroomlijning van de staatsbedrijven. Met keiharde hand.

FAILLISEMENTSWET

Het Siyuan Adviesburo, dat Cao naar zichzelf noemde, ligt helemaal in het westen van Beijing en bestaat eigenlijk maar uit twee kamertjes met een geweldige hoeveelheid boeken. Bezoekers moeten eerst vier trappen opklimmen met afgebladderde, oranje verf op de treden. Een secretaresse schenkt thee in porcelijnen kopjes. En er is ook een kado: een boekje met een verzameling toespraken van Cao Dang Shuo Ze Shuo!(Als je wat te Zeggen hebt, Zeg het dan Ook!.

Die titel is Cao op zijn buik geschreven. Hij is een kleine, bewegelijke man, die bijna onafgebroken praat en daarbij woeste gebaren maakt om zijn argumenten te ondersteunen. Hij spreekt met een zwaar accent: Cao werd geboren in zuidelijke provincie Jiangxi, in Jingdezhen, de hoofdstad van het Chinese porcelein.

Cao Siyuan is de "Vader van de Faillissementswet". In 1986, toen hij als onderzoeker werkte in de Commissie voor de Hervoming van de Economische Structuur (CHES) dat onder direct gezag stond van de in juni 1989 afgezette partijsecretaris Zhao Ziyang, leidde hij de groep juristen die het eerste ontwerp voor een faillissementswet in elkaar zetten. De wet moest een bijl worden om het rotte hout binnen honderdduizenden staatsbedrijven (minstens veertig procent lijdt verlies) weg te kappen.

Maar China's orthodoxe beleidsmakers werkten tegen en de wet die in 1988 voor het eerst in de praktijk werd gebracht wordt maar mondjesmaat toegepast. "In ieder normaal land gaat 1 procent van de bedrijven failliet. Dat is noodzakelijke prijs voor de levenskracht van de rest. Maar in China gaat er per jaar maar 0.06 procent van de bedrijven failliet. De wet wordt niet begrepen en het kabinet vaardigt allerlei regels uit die de zaak vertragen", aldus Cao.

In 1988 ging Cao weg bij CHES, omdat hij liever voor zichzelf werkte. Hij kreeg geld van Stone, toen China's meest succesvolle computer- en softwarefirma, om een onderzoeksbureau voor sociale vraagstukken op te zetten. De hyperactieve Cao raakte in de lente van 1989 meer en meer betrokken bij de democratiebeweging die de miljoenen inwoners van Beijing in haar greep hield. Hij organiseerde bijeenkomsten waarop de grondwet ter discussie werd gesteld. Toen (de toenmalige) premier Li Peng op 19 mei 1989 de staat van beleg afkondigde, besloot Cao te testen wat de Chinese grondwet nu eigenlijk waard was.

BLOEDVERGIETEN

Samen met de bejaarde, liberale politicus Hu Jiwei (toen 73) trachtte hij een zitting van het Nationale Volkscongres, China's parlement bij elkaar te roepen met als doel het ongedaan maken van de staat van beleg om daarmee bloedvergieten te voorkomen.

Cao's denktank verzamelde de handtekeningen nodig voor het beleggen van de vergadering. Maar hij kreeg te horen dat het politburo van de Chinese Communistische Partij geen toestemming gaf. Een week later rolden de tanks over het Tiananmenplein. Er vielen honderden doden en over de grondwet werd niet meer gepraat.

Cao zelf werd opgepakt en zat vijftien maanden in de cel. De directeur van Stone, Wan Runnan, de sponsor van Cao was naar Frankrijk gevlucht: er stond een prijs op zijn hoofd omdat hij geld had gegeven aan de studentenleiders. De meeste liberale politici, Hu Jiwei incluis, werden afgezet, studentenleiders belandden in de cel en een politieke winter deed zijn intrede.

Maar een paar weken na zijn vrijlating eind 1990 gaf Cao onverschrokken zijn eerste lezing, waarin hij kritiek leverde op de onderdrukking van het privé ondernemerschap. Het was in de tijd dat privebezit weer gezien werd als een "complot van bourgeois liberale krachten" die het socialisme wilden ondermijnen.

Cao vindt dat er vandaag, acht jaar later, een hoop veranderd is, maar de atmosfeer is nog lang niet zo open als die van voor het bloedbad. Er moet meer verandering komen, en snel ook. "Ik ben een voorstander van volledige privatisering van de staatsbedrijven", aldus Cao. siyouhua("Privatisering") is een woord dat in de officiele media wordt geschuwd: het betekent immers de erkenning dat het voorgoed is afgelopen met het socialisme. Beleidsmakers hebben het liever over een gufenzhi ("systeem van aandelen"), waarbij de arbeiders eigenaar worden van de fabriek. Want op die manier blijft de fabriek immers bezit van de arbeidende klasse, de pilaar van het socialisme. Maar volgens Cao vormt deze oplossing een halfzachte tussenstap. "Opeens worden de arbeiders eigenaar en baas. Ze hebben nooit geld gehad, ze hebben nooit geinvesteerd. Ze kunnen zoiets nooit naar waarde schatten". Volgens Cao zijn er echte investeerders nodig, zakenlui met geld.

Maar de implicaties voor Cao's plannen zijn geweldig. Op dit moment heten China's economische hervormingen "Socialisme met Chinese Karaktertrekken". Maar in feite komt het neer op privatisering en verminderde staatsbemoeienis.

Is Cao daarmee een dissident? "Ik neem geen deel in discussiegroepen over politieke hervormingen", zegt hij. "Wij werken op onszelf. We maken geen reclame. Maar als onze mening gevraagd wordt zeggen we wat we te zeggen hebben". Cao ziet een politieke toekomst voor China waarbij het Volkscongres de eigenlijke macht is. Kandidaten moeten direct gekozen worden door het volk. De vergaderingen moeten openbaar worden en door de Centrale Televisie live worden uitgezonden.

Hij blijft echter nèt binnen de grenzen van het toelaatbare. Cao roept bijvoorbeeld niet om het omverwerpen van de Communistische Partij en concentreert zich op het raakvlak tussen de politiek en de economie. Op dit moment bestaan zijn belangrijkste activiteiten uit het bijstaan van staatsbedrijven die op de rand van faillissement staan. In 1993 assisteerde Cao's adviesburo bij een fabriek in Chongqing; de grootste faillissementszaak in het land. "We slaagden er in om banen te vinden voor alle arbeiders", aldus Cao die de zaak als een succes beschouwt. Maar hij geeft toe dat de voornaamste prioriteit van zijn adviesbureau de inkomsten zijn. "Het adviesbureau is mijn boteram. Mijn belangrijkste doel is het ijveren voor politieke hervormingen. Ik geef toespraken en schrijf artikelen. Ik wil trachten het volk van het belang van politieke hervormingen te doordringen. Alleen met politieke hervormingen en privatisering kan China zich ontwikkelen. Als we doorgaan met een eenvormig, centraal geleid systeem en een economie gebaseerd op staatsondernemingen dan zijn we over vijfhonderd jaar een land van primaten waar niemand meer werkt".