WERELDBANK HELPT MET UITVOERING IDEALEN VOORZITTER MAO

Qinghai's Dorpelingen en Herders Gedwongen tot Migratie?

Van onze correspondent jan van der Made

HESHIJIA (GPD) Weixian, steil, gevaarlijk. Zo omschrijft Ma Yinnusi het leven in Heshijia, het dorpje waarvan hij de chef is. Hij verloor een zoon in het ravijn, zijn huis, dat aan de ervan stond verzakte en is onbewoonbaar. Het huis van de toenmalige buurman, partijsecretaris Ma Zhengde trof hetzelfde lot.

Vertellend manipuleert hij voorzichtig een stuurwieltje dat verbonden is aan een hol gevaarte van cement dat vol is geplakt met vierkante spiegeltjes. Het schotelantenne-achtige apparaat draait langzaam naar het zonlicht. Dan bundelen de stralen zich in het brandpunt dat wordt gemarkeerd door een stalen ring met een blikken pot erop. "het kost een uur om een ketel water aan de kook te krijgen", zegt hij... "Scheelt kolen en hout als de zon schijnt".

Want het leven in Heshijia is niet alleen gevaarlijk, het ligt ook nog eens in een van de armste gebieden van China. In een dorp waar het gemiddelde salaris rond de 45 gulden per jaar ligt is Ma met het kookapparaat dat hij tien jaar geleden voor anderhalf jaarsalaris kocht de koning te rijk.

Bij de meeste dorpelingen is het concept televisie onbekend; kinderen zien voor het eerst in hun leven een plastic fles. De huizen hebben muren van aangestampte aarde en zijn spartaans. Geen tapijten, niets aan de muur, geen kledingkasten. Wel een verhoging met een mat waarop wat koppen staan. Het dagelijks menu bestaat uit wat groente en af en toe wat schapenvlees. "Hier valt geen geld te verdienen", aldus Ma.

Ellende

Eeuwen geleden werd Heshijia gevestigd door de voorouders van Ma Yinnusi en zijn clan, leden van de mohammedaanse Salar minderheid. Door de enorme bevolkingsdruk en veranderdende demografie droogden plaatselijke rivieren op. Regen die onregelmatig kwam zorgde alleen maar voor ellende. De zachte lössgrond waarop het dorpje is gebouwd verzakt. Bewoners leven op het bestaansminimum, hebben wat schapen en verbouwen peulvruchten. In de zomer kunnen ze bijverdienen door zich als arbeiders te verhuren aan het provinciale wegenbouwproject - voor 1 gulden per uur.

Lang zal de ellende van de dorpelingen niet duren. Ze zijn in aanmerking gekomen voor een migratieproject dat wordt gesteund door de Wereldbank. Als alles meezit kunnen ze volgend jaar met het hele dorp vertrekken naar het westen van de provincie, naar het district Dulan. In dat beloofde land, hopen ze, wachten vruchtbare vlakten en zal de regering zorgen voor solide huizen. Het Salar-dorpje is is niet alleen.

In totaal zullen 57,570 mensen vanuit zes straatarme districten rond Qinghai's provinciehoofdstad Xining verplaatst overgebracht worden naar het district Dulan in het midden van de provincie. Dulan heeft de grootte van Nederland en Belgie bij elkaar. Het migratieproject wordt gesteund door de Wereldbank die er 40 miljoen dollar steun aan verleent. Het maakt deel uit van het grotere "Westelijke Armoedebestrijdings Project" dat schrijnende armoede in de Autonome Regio Binnen-Mongolie en de provincies Gansu en Qinghai moet helpen verlichten.

Controverse

Het volledige project, waaraan de Wereldbank in totaal 160 miljoen dollar zal besteden, werd op 24 juni goedgekeurd door de uitvoerdende raad van directeuren in Washington. Maar niet na een hoop touwtrekken. Grootste struikelblok was de 'Qinghai component', het migratieproject. 'Wat de Chinese overheid wil gaan doen in Qinghai staat gelijk aan ethnische zuivering', aldus een woordvoerder van de International Campaign for Tibet. Volgens pro-Tibet groeperingen zal het delicate evenwicht dat tussen allerlei minderheidsgroeperingen bestaat in Qinghai worden verstoord. "Het is een regelrecht plan om de cultuur van Tibetanen te verwoesten en spanningen tussen de minderheden aan te wakkeren".

Volgens de Australische Gabriel Lafitte, onderzoeker verbonden aan de University of Melbourne en Wereldbank criticus is het migratieproject deel van een groter plan. "China's hele beleid inzake armoedebestrijding wordt compleet door de staat geredigeerd. Het bestaat uit massive projecten. Veertig jaar geleden zei voorzitter Mao: de ene helft van China is dichtbevolkt, de andere helft is leeg. Daar moet verandering in komen".

De kritiek zorgde in mei en juni voor een enorme controverse rond het project. De VS en Duitsland stemden tegen, Frankrijk onthield zich, maar uiteindelijk werd het door het merendeel van de donorlanden gesteund.

Paradijs

De dorpelingen weten niets van al die touwtrekkerij. "Het is een Chinees project. Zijn er buitenlanders bij? Verenigde Naties geloof ik. Wereldbank? Nooit van gehoord", aldus een van de inwoners van Heshijia. Maar bewoners van de meeste dorpen die op de nominatie staat te verhuizen heeft geen idee wat ze te wachten staat. In Heshijia gingen dorpshoofd Ma Yinnusi en partijchef Ma Zhengde samen een kijkje nemen in het nieuwe gebied. "Het is een woestijn!", verklaart de partijbaas blijmoedig. "Het land is er veel beter". Maar of ze kunnen kiezen waar precies ze gaan wonen "is nog niets gezegd".

Dulan, het gebied waar de bijna 60,000 mensen naartoe moeten ligt uren rijden over hobbelige wegen naar het westen. Na een paar uur leidt de weg langs het azuurblauwe Qinghai meer, China's grootste binnenzee, waaraan de provincie haar naam ontleend. De velden tussen deze waterplas en de weg zijn geel van het koolzaad. Om de tweehonderd meter staan bijentelers die honing verkopen aan voorbijgangers. Je kunt rusten aan het zilte water en staren naar de herders die op de bergruggen hun schapen en yaks hoeden. Het lijkt paradijs.

Maanlandschap

Maar we zijn er nog lang niet. De weg gaat verder, het landschap wordt grimmiger. Bergketens vormen de waterscheiding tussen groen en bruin, woestijnen volgen. Dan kronkelt de weg het district Dulan binnen. Een maanlandschap. Mars met lichte begroeiing. Dulan is berucht: het district huisvest twee van China's grootste werkkampen, Xiangride en Nuomuhong, waar duizenden gevangenen in de zomer graan verbouwen en in de winter bevriezen wanneer de temparatuur daalt tot -40.

Midden in het woestijngebied (door de Wereldbank wordt het omschreven als de "move in area") is een oase, een klein dorpje genaamd Xinglong. Het bestaat uit rijen populieren, kanaaltjes met woest stromend, bruin water en ruime straten. Er wonen dertienhonderd mensen. Ma Shengwei is een 28-jarige dokter die al in 1987 naar Xinglong verhuisde. Vanuit zijn dorpje ten oosten van Qinghai's hoofdstad Xining. "Er kwam een team naar de school. Ze vroegen om vrijwilligers om naar Dulan te gaan. Zestig procent van de school ging. We kwamen hier met bussen. We werden verspreid over dorpen hier in de omgeving". Ma, die korte tijd medicijnen had gestudeerd, kwam met een klasgenoot in Xinglong terecht, en werkt nu in de plaatselijke kliniek.

Xinglong bestond al langer. Het werd in de late jaren zestig gevestigd door "Intellectuele Jeugd die naar het Platteland was gestuurd", met andere woorden, Mao Zedong's Rode Gardisten die het land aan de rand van de burgeroorlog hadden gebracht tijdens de Culturele Revolutie (1966 - 1976) en door het Volksbevrijdingsleger naar de meest afgelegen gebieden van China werden gedeporteerd, vrijwillig of niet. Toen in 1987 de tweede golf vrijwilligers aankwam vonden ze ruines van huizen die destijds door de gardisten waren gebouwd. Die waren, na afloop van de Culturele Revolutie weer naar huis vertrokken en hadden hun huizen achtergelaten.

Kritiek

Het was niet de eerste keer dat een beroep werd gedaan op het enthousiasme van de jeugd. Reeds in het begin van de jaren vijftig kwam er een Xia Xiang (Op Naar Het Platteland) campagne op gang, waarbij opgeleide studenten naar China's afgelegen armoedegebieden trokken. Hoogtepunt van deze beweging was de periode 1968-1970 toen meer dan 16 miljoen studenten en scholieren naar alle uithoeken van China werden gestuurd met als doel "te leren van de boeren en het braakliggende land te winnen".

Maar ook de afgelopen jaren kende de beweging nog oprispingen, en wordt een beroep gedaan op de jeugd om hun kennis aan te wenden om armoede te bestrijden. Ma Shengwei, de jonge dokter, is daar een voorbeeld van. Wetenschappers zien een nog veel groter verband van Han (Chinese) migratie naar de dunbevolkte minderheidsgebieden die al eeuwen geleden op gang kwam. Dankzij het wereldbankproject in Qinghai werd dit voor het eerst onder internationale aandacht gebracht.

Een eerder Wereldbank project in buurprovincie Gansu, waarbij meer dan 100,000 mensen vanuit de bergen naar werden verhuisd trok minder aandacht. Het ging hier om Han-Chinezen die naar Han-Chinese gebieden gingen. Er was geen kritiek van lobbygroepen die bezorgd waren over de vernietiging van Tibetaanse of Mongoolse cultuur.

Buitenlandse inspectie

Is de kritiek op het Qinghai project terecht? Nee, zegt viceminister Jin Lijun van Financieën die het project in zijn portefeuille heeft. "Het project wordt getorpedeerd door de Dalai-Lama kliek. Het gaat om armoedebestrijding. Het is ontwikkeling. En met economische ontwikkeling is er ook een culturele ontwikkeling. Vroeger reden de mensen ook niet in auto's. Ze keken geen tv". Het is "belangrijk voor de centrale regering om (de minderheden) van onderwijs te voorzien zodat ze de sterke, gezonde punten van hun cultuur kunnen ontwikkelen", aldus de minister, die toevoegt dat Beijing daartoe fondsen ter beschikking stelt.

Critici stellen hier tegenover dat Beijing alle remmen heeft losgegooid en Han-Chinezen aanmoedigt om naar gebieden met minderheden te trekken en deze daarmee te 'sinificeren'. Voorbeeld: in 1949 was Qinghai's hoofdstad Xining een dorp van minder dan 50,000 inwoners, over het algemeen moslim Hui. Nu is het een stad van meer dan een miljoen, voor het grootste deel Han-Chinezen. Een dergelijke binnenstroom zou ook in Tibet en de moslim Autonomie Regio Xinjiang plaatsvinden waarmee de Tibetanen (en de Uighuren in Xinjiang) een minderheid in hun eigen 'autonome gebieden' zouden zijn geworden.

Beijing zet gewonde Tibet-activist voet dwars

BEIJING (GPD) - 24 augustus 1999. De Amerikaanse activist en Tibet-expert Daja Meston (29), die door de Chinese polite wordt vastgehouden in de West-Chinese provincie Qinghai op verdenking van 'illegaal fotograferen' en het houden van vraaggesprekken, mag nog niet naar huis. Vorige week raakte Meston ernstig gewond tijdens een ontsnappings poging vanuit het hotel waar hij door de politie wordt vastgehouden.

Samen met de Australische onderzoeker Gabriel Lafitte en een Tibetaanse tolk, Tsering Dorje, deed Meston onderzoek in een gebied waar China in samenwerking met de Wereldbank een armoede bestrijdings project wil gaan uitvoeren. Vlakbij het projectgebied liggen de twee grootste gevangeniskampen van China, Xiangride en Nuomuhong.

Afgelopen vrijdag werd bekend dat Meston uit het raam van zijn hotelkamer op de derde verdieping was gesprongen, kennelijk in een poging zijn ondervragers te ontsnappen. Hij liep daarbij zware verwondingen aan rug en ingewanden op.

Transport

Een woordvoerster van de Amerikaanse ambassade in Beijing zei gisteren dat Mestons toestand 'ernstig, maar stabiel' is. Amerikaanse en Chinese functionarissen onderhandelen over een mogelijk transport naar een plaats met betere medische voorzieningen. Tijdens het weekeinde is Meston bezocht door een Amerikaanse arts.

Gabriel Lafitte (50), verbonden aan de Australian Tibet Council, een actiegroep die ageert tegen het Wereldbankproject, werd afgelopen zaterdag vrijgelaten. Tijdens een persconferentie in Melbourne beschuldigde hij de Chinezen van 'geestelijke marteling'. Lafitte werd iedere ochtend van een tot vijf ondervraagd en bedreigd met fysiek geweld tot hij een bekentenis ondertekende. Hij heeft zijn zorg uitgesproken over het lot van tolk Tsering Dorje. Dorje is een Tibetaan met een Chinees paspoort. Van hem is er geen nieuws.

Officieel worden de mannen beschuldigd van het 'illegaal fotograferen en interviewen' in gebieden die voor buitenlanders gesloten zijn. Ze zouden zich hebben begeven op het terrein van de gevangenisboerderijen zonder een uitnodiging daartoe van de Wereldbank of de Chinese regering.

Daja Meston, zoon van hippies, groeide op in een klooster in Nepal en werd vorig jaar in de VS gearresteerd tijdens demonstraties tegen het bezoek van de Chinese premier Zhu Rongji. Hij spreekt vloeiend Tibetaans en fungeerde eerder als tolk van het Amerikaanse congreslid Frank Wolf toen deze in 1997 een privébezoek bracht aan Tibet. Wolf is een scherp criticus van de Chinese mensenrechtensituatie.

De kritiek op het Wereldbank project in Qinghai heeft ervoor gezorgd dat China werd gedwongen om buitenlandse inspectie toe te laten. Afgelopen week kwam die in de vorm van een groep journalisten, over twee weken komt er een delegatie Australische parlementariers naar het gebied kijken. Er zullen missies van de Wereldbank zelf volgen. En ook zal er het machtige inspectiecomité van de Wereldbank komen kijken. Dat comité werd in 1993 gecreëerd door de bank en kan, indien nodig het hele project nog blokkeren. Maar, als dat zou gebeuren "ga ik niet op mijn knieëen", aldus vice-minister van Financieën Jin. "Als het moet doen we het gewoon zelf". Veel zullen de inspectiemissies niet vinden. Dorpelingen die vorige week werden geinterviewd lijken steeds de 'top-drie argumenten' om weg te gaan ("geen water, geen electriciteit, slechte wegen", of in het geval van Heshijia: "gevaarlijk en steil") te herhalen.

Koelkasten en electriciteit

In de "move-in-area" was er ook gelegenheid om te praten met Mongoolse nomaden die de grootste bezwaren zouden moeten hebben tegen de plannen. Ze hadden zich verzameld op de woestijnachtige vlakte in Dulan. "De regering kwam met een mededeling. De internationale pers zou komen. We moesten naar jullie toe". Vanaf het Kunlun gebergte, waar de Mongolen hun zomerkamp hadden opgeslagen was het een hele dag op de rug van een paard naar de plek waar een regeringsbus klaarstond. Vandaar was het nog een fix eind rijden naar de ontmoetingsplaats, waar ze geduldig wachtten op de journalisten die natuurlijk veel te laat waren. Ze hadden kleurige kleding aan en fraaie hoeden, en poseerden voor de fotografen.

Van communicatie was nauwelijks sprake: de Mongolen hadden zich opgesteld in een halve cirkel en lieten alle vragen beantwoorden door een Chinees sprekende vertegenwoordiger. Uiteindelijk krijgen de Mongolen 850 Yuan (200 gulden) compensatie voor het land dat ze zullen verliezen aan de bijna 60,000 nieuwkomers. Grootste probleem: het nieuwe boerenland zal de weg tussen zomer- en winterplaatsen van de kuddes blokkeren en problemen opleveren voor de doorgang naar waterplaatsen. Maar voor de Mongolen was dat geen probleem. "We willen geen nomaden blijven. We willen ook koelkasten en electriciteit". Voorlopig worden ze "half nomade, half boer". Maar of ze het echt menen?

Onzeker lot

Het project heeft meer onduidelijkheid geschapen. Tachtig Tibetaanse monikken van het Jide klooster in het district Hualong zijn ervan overtuigd dat ze ook verhuizen. "We zijn omringd door vijf dorpen die allemaal verdwijnen", aldus een van de monikken. "Wij zijn klaar om ze met klooster en al te volgen". Maar tijdens een briefing van districtsautoriteiten werd duidelijk dat "de verhuizing van het klooster niet binnen het budget valt". Het meeste geld zal besteed worden aan een dam project in de Xiangride rivier. Er zullen irrigatiekanalen worden gegraven en er zal geld worden besteed aan de bouw van de meest fundamentele infrastructuur. "Het is zeker dat de wereldbank niets betaalt aan het onderhoud, of de verplaatsing van het klooster", aldus vice-minister Jin. Als dat het geval is zal ik er persoonlijk borg voor staan dat er geen cent wordt verspild".

Maar inmiddels lijken de monikken een onzekere toekomst tegemoet te gaan. "Als ze willen verhuizen moeten ze door hun familie worden gefinancierd", aldus een plaatselijke ambtenaar. Minister Jin beloofde afgelopen dinsdag dat hij zich "persoonlijk over de zaak zou buigen". Het onzekere lot van het Jide klooster kan een ander argument vormen voor pro-Tibetgroepen om hun oppositie tegen het Wereldbankproject te versterken. Maar voor de mensen die drie uur moeten lopen om een emmer water te halen en die soms zo arm zijn dat ze een broek per familie hebben maakt dat allemaal weinig uit. Ma Zhengde, de partijsecretaris van Heshijia: "als ze morgen komen en zeggen dat we kunnen vertrekken dan zit ik in de bus".