Beida wacht grommend op zijn kans

Lichting 1989 in de dwangbuis

Op een half uur rijden van het Tiananmenplein in het Noordwestelijke district Haidian ligt de Universiteit van Beijing, de Beida, de traditionele broedplaats voor politieke hervormingen. Vorig jaar, toen de beweging voor democratie op haar hoogtepunt was, vormde de Beida de inspiratiemotor. Dissidenten als Fang Lizhi organiseerden hier de "Democratische Salons", waar vrijuit werd gediscussieerd over politiek.

Studentenleiders van de Vrije Studentenvakbond, als de nu gevangen Wang Dan, hebben hier hun intellectuele wortels. Nu, zo'n anderhalf jaar later, is die beweging voor democratie gespleleten en kreunt het Chinese volk in de duimschroeven van onderdrukking en propaganda. Wat is er over van de "spirit" van Beida?

(Door Jan van der Made)

BEIJING (ZOP) Vlak voor de campus van de Universeit van Beijing, de Beida, blokkeert een roodwitte slagboom de oprit. Twee militairen loeren in de taxi, controleren de paspoorten en zeggen dat we onze naam op moeten schrijven in het bezoekersregister. Wie we willen opzoeken? Na telefonische controle mogen we, zo blijkt uit de snauw, doorrijden.

Uit de reusachtige luidsprekers bovenop de betonnen kazerne no. 45, waar de research-studenten wonen, schalt oorverdovende muziek. Daarnaast, op de tennisbanen, in het vale licht van de ochtendzon, staan zo'n tweehonderd studenten, gestoken in legergroen, in stram gelid. Na een schreeuw van een militaire instructeur marcheren ze af op de maat van de muziek, op weg naar de eetzaal. De training zit er op.

"Dat is nou dagelijkse routine", vertelt Nie, een vierdejaars student psychologie. "Elke ochtend moeten de jongerejaars een uur oefeningen doen". En zij hebben geluk. Want ook nu weer is de nieuwe lichting eerstejaars, in totaal 1.600 studenten, aan het begin van het collegejaar op de trein gezet naar Shijiazhuang, hoofdstad van de naburige provincie Hebei, waar ze een vol jaar op de militaire academie moeten vertoeven.

Een student die daar vorig jaar aan moest geloven, vertelt: "Van 's morgens zes tot 's avonds tien, als het licht uitgaat, word je er letterlijk elke minuut in de gaten gehouden. Overal wordt kritiek op geleverd: schoenen niet gepoetst? Kritiek. Haar te lang? Terechtwijzing. Bed niet netjes opgemaakt? Reprimande".

GEDRILD

De meeste studenten die na de democratische beweging in mei en juni 1989 door de Staatsonderwijscommissie (SOC) voor een jaar naar de militaire academie werden gestuurd om "discipline te leren" durven zich over hun verblijf in Shijiazhuang niet echt kritisch uit te laten. "Ik heb ingezien dat mijn gedachten afgelopen juni waren vergiftigd met bourgeois-liberale ideeën (het staats-eufemisme voor alles dat naar democratie riekt). Nu denk ik wat normaler", vertelt een achttienjarige student.

Gedrild en gehersenspoeld werden deze eerstejaars op een manier die een ontgroening bij een Nederlands studentencorps op een kleuterfeestje doet lijken. Er moest dat jaar in 27 verschillende onderdelen geoefend worden, naast de dagelijks terugkerende politieke studielessen.

Soms waren het padvinderij-achtige expedities in de wildernis, maar het meeste indruk maakte het schieten met handwapens en geweren. Een studente vertelt dat "wij daarin beter waren dan de jongens. We zeiden onder elkaar dat het mikken op een doelwit net zoiets was als wanneer je je concentreert op een borduurnaald."

"Er is wel een sterke band gegroeid", vindt een achttienjarige student. "Maar ik weet niet of het wel zo slim is van de autoriteiten om ons te leren omgaan met wapens ... "

REDDEN

Over de wijze waarop de vorige lading eerstejaars, de lichting '89, afgelopen mei op de campus terugkeerd, waren de ouderejaars niet onverdeeld enthousiast. "Veel studenten maakten zich er kwaad over dat die eerstejaars in hun legeruniformen en militaire liederen zingend de campus kwamen opmarcheren. Vooral de studenten die vorig jaar het leger naar het Tiananmenplein hadden zien oprukken konden dat gedrag maar moeilijk zetten", vertelt Nie.

"De regering probeert de "spirit" van de universiteit te hervormen door de eerstejaars om te kneden tot trouwe socialisten en soldaten. Maar we hebben gezworen dat we de eerstejaars de ware geest van de Beida zullen bijbrengen. Alleen wetenschap en democratie kunnen China redden", betoogt hij.

China moet inderdaad gered worden, vinden ook de bejaarde leiders, maar dan wel met socialisme. "En daar wordt hard op gehamerd", vertelt Nie, de vierdejaars psychologie.

We zijn na een slentertocht over de voor de rest uitgestorven campus aangeland in een van de woonkazernes waar hij zijn kamer heeft. Het is een betonnen hok met vier tweepersoons stapelbedden, die grotendeels aan het oog worden onttrokken door wasgoed dat aan metalen draden over de hele lengte van de kamer hangt. Af en toe loopt er iemand binnen, gaat op een bed zitten om in een tijdschrift te bladeren om vervolgens weer weg te gaan.

Als de kamer leeg is, vertelt Nie verder: "vanaf augustus 1989 kwamen er 'werkteams' naar de campus, een stuk of tien partijleden, ideologisch 'zuivere' arbeiders, of modelsoldaten. Eerst gingen ze praten met de docenten, daarna met ons. Ze moesten precies weten wie wat gedaan had tijdens de demonstraties op het plein en wat we er nou eigenlijk zelf van vonden.

Iedereen moest zijn eigen versie van de gebeurtenissen opschrijven. Als die ook maar enigszins afweek van de officiële lijn (die zegt dat de democratiebeweging een fangeming baoluan, een "contra-revolutionaire opstand" is) werden we streng gekritiseerd. Waarna ons werd gezegd dat het ons hat ontbroken aan voldoende 'socialistische opvoeding'. Als remedie moesten we elke week, op zaterdagochtend, twee uur lang toespraken van belangrijke staatsleiders bestuderen, of hoofdartikelen uit de Renmin ribao, het Volksdagblad. We laten dat maar over ons heenkomen. Veel invloed heeft het in ieder geval niet. Maar het maakt de sfeer er niet gezelliger op."

DEMORALISEREN

En die sfeer is het afgelopen jaar toch al grondig verpest. Want de Chinese autoriteiten, dat wil zeggen de SOC, hebben er alles aan gedaan om het leven van de studenten zo moeilijk mogelijk te maken.

Allereerst werden in januari de regels verscherpt voor studenten die in het buitenland willen gaan studeren: voordat je een paspoort krijgt moet je eerst vijf jaar in dienst van de staat werken en bovendien nog eens het volledige studiegeld terugbetalen. Dat bedrag, dat soms oploopt tot 6000 Yuan (f 2000), komt neer op drie jaarsalarissen. De droom van een studie in het buitenland wordt daarmee effectief verbrijzeld.

De SOC heeft het vinden van een baan ook bemoeilijkt voor afgestudeerde studenten. Vóór 1989 kon je vaak via persoonlijke sollicitaties aan geschikt werk komen. nu is dat door een star systeem van werktoewijzing practisch onmogelijk gemaakt.

Bovendien heeft de SOC aangekondigd dat er minder banen te verdelen zijn op ministeries (op een ministerie werken geldt als statussymbool) en dat er meer afgestudeerden naar het platteland gestuurd zullen worden om daar "met de opbouw van het moederland" te helpen. Het zit er dik in dat ze daar de rest van hun leven blijven omdat ze min of meer gegijzeld worden door de plaatselijke autoriteiten die specialisten van een prestigieuze universiteit als de Beida goed kunnen gebruiken.

En als scholieren ondanks al die maatregelen toch naar de universiteit willen blijkt dat de SOC ook hùn kansen heeft verminderd: de komende vijf jaar zullen er geen nieuwe universiteiten of hogescholen bij komen en het totale aantal eerstejaars dat zal worden toegelaten is landelijk teruggebracht naar 620.000, twintigduizend minder dan in 1988. Het eindresultaat: een matte en depressieve atmosfeer op de campus van de Beida.

Als de avond valt lopen we over het sportveld in de richting van de restaurants en het barretje. Ernaast is een grote hal waartegen een aankondiging in kleurige karakters is geplakt: vanavond disco! Het feest is al aan de gang. Binnen, onder een onregelmatig draaiende stroboscoop swingen wat studenten.

Veel meer studenten staan er omheen, ze wagen het er niet op om op de Chinese versie van Boney M's By the River of Babylon te dansen. Het lijkt ze niet erg te boeien, want als we even staan te kijken maken enkelen zich los uit de menigte en beginnen een gesprek.

Eerst wat verlegen, later, als we in een donkere hoek staan, openhartiger: "er zijn weer nieuwe regels", vertelt een bebrilde student Natuurkunde, afkomstig van de nabijgelegen Qinghua-universiteit. "De nieuwe verordening zegt dat we niet mer op bezoek mogen in de slaapzalen in andere gebouwen dan die waar je zelf woont en dat jongens en meisjes niet meer samen op één kamer mogen wonen. Ze zeggen dat dat is om "het campusleven prettiger" te maken. Nou het wordt er saai, saai op."

De disco-avond is om tien uur afgelopen: de muziek wordt abrupt stilgezet en de tl-buizen floepen aan. Snel verlaat iedereen de zaal en binnen een kwartier is de boel leeg.

TOEZICHT

Nie vertelt over het scherpe toezicht op de campus. "Ik schat dat zo ongeveer iedere student (er zijn 8000 studenten op de Beida) een veiligheidsman in burger heeft die hem of haar moet schaduwen. Ze zeggen dat dat is omdat d'r een grotere criminaliteit is geconstateerd is.

De China Daily klaagt over toenemende misdaad op de campussen. "Een onderzoek wijst uit de studenten die in de laatste twee jaar van hun studie zijn, schuldig zijn aan tachtig procent van de misdaden. Afgelopen jaar zouden er zo'n 170 doden en gewonden op campussen in Beijing alleen zijn gevallen en was er sprake van bende-oorlogen. De oorzaak is de invloed van luxe-goederen en pornografische publicaties die via Hong Kong het land binnenkomen", aldus het dagblad.

"Allemaal excuses om de teugels aan te halen en de controle te verscherpen", zegt Nie, "want traditioneel vormen de studenten de speerpunt voor hervormingen."

BEWUSTZIJN

Dat bewustzijn gaat terug tot in de vorige eeuw toen kandidaten voor de hoofdstedelijke examens een petitie aan de troon aanboden waarin werd aangedrongen om de vredesvoorstellen van Japan, dat China vernietigend had verslagen, af te wijzen en grondige hervormingen in te voeren. Overal in China ontstonden daarop studiegenootschappen die zich met het moderniseringsvraagstuk bezig gingen houden.

Eigenlijk was dat ook het begin van het politieke leven in China. In het begin van deze eeuw, in mei 1919, speelden de studenten van de Beida een cruciale rol in het maatschappelijke proces, toen ze de straat opgingen om te protesteren tegen het Verdrag van Versailles, waarin wederom Japan veel voor China negatief uitpakkende concessies kreeg toegewezen.

De studenten kregen toen vele lagen van de bevolking met zich mee in hun protest. Die beweging stond aan de wieg van vele belangrijke ontwikkelingen, zoals de geboorte van de Chinese Communistische Partij. Mao Zedong zelf was korte tijd assistent-bibliothecaris van de Beida.

Door hun revolutionaire rol zijn universiteiten verre van populair bij de autoriteiten en het gevolg is dat in alle steden (behalve Nanjing) de universiteiten ver buiten het stadscentrum liggen. Bij onlusten en demonstraties hoeft men dan slechts de toegangswegen af te zetten zodat de studenten niet naar de binnenstad kunnen.

WOEDE

Een slimme en noodzakelijke zet. Want onder de ogenschijnlijke matheid van de studenten broeit woede. Af en toe wordt die zichtbaar in de vorm van dazibao, 'grote Karakterposters', die heimelijk bij de ingang van woonkazernes worden opgeplakt. Zo hing er op zaterdag 22 september, toen de Aziatische Spelen begonnen, een protestposter die premier Li Peng vergeleek met de Irakese dictator Saddam Hussein.

De meest recente grote explosie van studentenprotest vond plaats in de nacht van 3 op 4 juni jongstleden, tijdens de herdinking van het bloedbad vorig jaar. De universiteit was toen zwaarder bewaakt dan ooit, maar een protestdemonstratie waar zo'n duizend studenten aan deelnamen kon toch niet vorkomen worden.

De demonstratie eindigde bij de "Driehoek", de traditionele verzemlplaats van demonstranten, een pleintje vlakbij de hoofdpoort van de Beida, waar een studentenleider, Li Mingqi, in een toespraak de regering opriep tot dialoog.

Hij werd onder luid protest van de omstanders weggesleept door agenten in burger en de demonstratie was meteen afgelopen omdat niemand zich als nieuwe leider durfde op te werpen. Hoewel de hele gebeurtenis niet meer dan drie uur in beslag nam, was één ding duidelijk: de "spirit" van de Beida is verre van dood.

GROMMEN

's Avonds om elf uur lopen we langs het meer dat, omgeven door treurwilgen, in het midden van de campus ligt. Der stilte wordt onderbroken door muziek van Sting, die uit een van de ramen van een nabijgelegen woonkazerne klinkt.

Als we de hoofdpoort uitlopen, zien we een student die door een militair berispt wordt omdat hij niet van zijn fiets stapte toen hij naar binnen wilde rijden. Met gebogen hoofd slikt hij de verwijten die de soldaat hem toebijt. Maar zijn blik is staalhard.

Beida lijkt op een groot, afwachtend en geketend beest, dat slechts af en toe gromt. Maar dat grommen is wel zo dreigend dat je mag verwachten dat als de teugels van de repressie ook maar iets gevierd worden, het zal losbreken in tomeloos protest.