Chinese jeugd in greep van de popmuziek

"Pop is een zachte kogel die werkt als een medicijn"

Op die dag bedekte je met een rode lap stof
Mijn ogen en de hemel
Je vroeg aan mij "Wat zie je?"
Ik antwoordde "Geluk"

Ik zag niet dat jij de weg niet kon zien
Mijn hand omvat door de jouwe
Je vroeg aan mij "wat denk je?"
Ik antwoordde "ik wil dat jij beslist"

Ik voelde dat je niet van ijzer was
Als ijzer, sterk en krachtig
Ik voelde dat je bloedde
Want je hand was warm

(Door Jan van der Made)

BEIJING (ZOP) Met een rode doek voor z'n ogen gebonden en begeleid door rauw stemgeluid springt hij over het podium dat opgericht is in het Arbeiders Sportstadion in Beijing. Veertigduizend uitzinnige fans brullen de tekst mee. Cui Jian, China's rock 'n roll animal geeft een lang verwacht optreden.

Zelfs sommigen van de honderden politieagenten die het podium moeten scheiden van het publicek kunnen niet nalaten om op de maat mee te stampen. Dat de tekst een steek onder water is naar de communistische partij schijnt hen niet op te vallen.

Popmuziek is populair in China. Sinds het eerste optreden van een buitenlandse groep, de Engelse formatie Wham! in 1985, is de jeugd in de greep van de popmuziek. De Volksrepubliek, toen nog onontgonnen gebied in de popcultuur, heeft in vijf jaar tijd een scène ontwikkeld compleet met fanclubs, massaconcerten en sterren met allures die tournees maken door het land.

TIANANMENPLEIN

Cui Jian, zonder twijfel de meest populaire zanger van het land, begon in 1986 zijn carrière als poparties, na eerst als tropmettist te hebben gespeeld in het Filharmonisch Orkest van Beijing. Een combinatie van hardrock en traditionele Chinese instrumenten is het handelsmerk van deze "atoombom van de Chinese rock", zoals hij door Taiwan's China Times Weekly wordt genoemd.

Zelf zegt hij dat popmuziek een 'zachte kogel' is met de werking van een medicijn. Tot poltieke uitspraken laat hij zich niet verleiden, maar in veel van zijn songteksten schemert een impliciete kritiek door op de communistische partij, de bureaucratie en de uitzichtloosheid van de jeugd.

Popmuziek speelde een belangrijke rol tijdes de protesdemonstraties in de periode april-juni 1989. Op het Tiananmen plein in het centrum van Beijing waar de studenten hun tentenkamp hadden opgericht, waren bijna elke nacht rockconcerten. Cui Jian trad er op met zijn populaire "Rocken op de Nieuwe Lange Mars" om de moraal van de studenten hoog te houden.

OOGLUIKEND

De uit Taiwan afkomstige Hou Dejian ging zelfs nog verder: toen de soldaten het plein bestormden, legde hij zijn gitaar opzij en organiseerde een hongerstaking. Vervolgens onderhandelde hij met het Volksbevrijdingsleger over een vrije aftocht voor de overgebleven studenten.

Maar noch de individualist Cui Jian wiens popularitait gebruikt zou woden om geld voor de Aziatische Spelen binnen te halen, noch de dissident Hou Dejian die de autoriteiten door zijn voortdurende kritiek zo irriteerde dat hij het land werd uitgegeooid, zijn representatief voor de tientalle popgroepjes die overal in Beijing ontstaan.

In augustus 1989 klonken, twee en een halve maand dodelijke stilte na het wegsterven van de laatste schoten in Beijing, de eerste munzieknoten weer. In de Starlightbar, op de hoek van de Chang'an Avenue en de winkelstraat Xidan, waagde de band 1989 een optreden. Toen dit oogluikend werd toegelaten door de autoriteiten was het startsein gegeven voor een serie concertjes in kleine cafés overal in de stad.

Wanneer er een optreden was werd dat mondeling doorgegeven, omdat men een verbod van de autoriteiten vreesde en ?men niet teveel publiciteit wilde.

Er moest weliswaar toestemming worden aangevraagd op het politiebureau, maar dat gebeurde vaak niet zodat soms tijdens een concert de politie binnenviel en de instrumenten in beslag nam.

OMKOPEN

Johnny, een langharig Chinees, een glas scotch in de hand, een pakje Dunhull in het borstzakje, die mede de popconcertjes organiseert, beklaagt zich. "het is vreselijk moeilijk om concerten te organiseren. Je moet eerst iemand bereid vinden die zaalruimte beschikbaar wil stellen en dan heb je nog tien vergunningen nodig van politiek, buurtcomité, noem maar op. De politie is vaak wel om te kopen, maar dat gaat ook om steeds hogere bedragen.

Sinds januari vorig jaar staat de overheid weer de meeste grotere concerten toe. De autoriteite hameren weliswaar op het 'strijden tegen de verderfelijke westerse invloeden' maar ze hebben ingezien dat er ook goede kanten aanzitten.

Het grote nieuwjaarsconcert van Cui Jian bracht maar liefst een miljoen Yuan, circa 30.000 gulden, in het laatje en ook de altijd uitverkochte optredens in de zalen van Maxim's of het "Restaurant for Foreign Missions" leveren een hoop op.

Maar Fengshan, een Chinees die zich graag in de popscè beweegt kan zich daar kwaad over maken: "kaartjes voor Maxim's kosten 30 Yuan (10 gulden). Denk je dat ik dat kan betalen?"

Het gevolg is dat het publiek van de optredens bij popconcerten is veranderd. Kwamen in 1989 nog jongeren uit alle lagen van de bevolking, sinds 1989 zijn het voor de nouveaux riches, mensen die rijk zijn geworden dankzij privé-handel, de incrowd van de optredende popgroep en niet te vergeten buitenlanders die een enorme invloed hebben gehad op ontstaan en ontwikkeling van de Chinese popscène.

KRITIEK

Maar rock 'n roll begint uit te raken sinds de autoriteiten de muziek gebruiken voor de tv-serie Op Weg, de Geschiedenis van Honderd Jaar Marxisme en de grijze hoofden van Marx, Lenin, Stalin en Mao begeleid worden door scherpe gitaarsolo's. De nieuwste trend is punkrock met steeds hardere maatschappijkritiek.

Johnny die zelf in een punkbandje speelt treedt op in een zaaltje op de bovenste verdieping van de Centrale Kunstacademie en krijst zijn songs over het publiek:

De plek waar we wonen
Is een vuilnisbak
We zijn allemaal insecten
Vechtend en Knagend

We eten ons bewustzijn
En we poepen onze gedachten uit
Is er iets wat we kunnen doen?
Nee!
Weg ermee!