Chinese liberalen kruipen uit hun schulp

Eerste tekenen ontspanning na Tiananmen

Een ingezonden brief van een anonieme schrijver in een literatuurtijdschrift is opgeblazen tot een affaire waarin de geloofwaardigheid van Chinese rechtssysteem en het geduld van de orthodoxe leiders worden getest.

(Door Jan van der Made)

BEIJING (PAROOL) "Waarom zijn er nog schrijfsels die het geperfectioneerde socialisme ondermijnen? Waarom worden die aangehaald en geprezen? Moedigen we daarmee voorspoed aan of juist recessie?" vraagt een anonieme lezer van het gezaghebbende tijdschrift Wenxue yu yishu (Literatuur en Kunst) zich af op 14 september. En, een let wel, Taiwanees tijdschrift citerend: "In feite kritiseert het verhaal door middel van obscure trucs het communistische systeem dat wordt geleid door Deng Xiaoping"

Het verhaal waar de lezer van Literatuur en Kunst zich zo over opwond heet Jianying de xizhou "Harde Watergruel" en werd in 1989 geschreven door de nu afgetreden minister van Cultuur Wang Meng. Wang, die bekend stond als een liberale politicus werd in september 1989 van zijn functie ontheven "om zich aan het schrijven te wijden", zoals het destijds in de Chinese pers heette. Hij werd vervangen door de ultra-linkse dichter He Jingzhi, ooit een beschermeling van Mao Zedong. He is tot op heden nog steeds uitvoerend minister van cultuur.

In duistere periode vlak na het bloedbad in Beijing schreef de westers pers over een purge binnen Chinese kunst- en cultuurkringen waarbij talloze "vrijdenkers" van voor de Pekinese Lente het veld moesten ruimen. Strijd moest worden gevoerd worden tegen zichan jieji ziyouhua ("Bourgeois Liberalisme"), het verzamelwoord voor verderfelijke westerse invloeden die het communistische systeem ondermijnen. In de literatuur moest men meer nadruk leggen op de verdiensten die het socialisme China had gebracht.

Democratische familiestructuur

Wang Meng beschrijft in zijn verhaal een familie, die op initiatief van de 88 jaar oude overgrootvader experimenteert met hervormingen binnen de familiestructuur. Opa die al veertig jaar lang beslist over wat er op tafel komt, doet vrijwillig afstand van zijn autoriteit.

De 16-jarige zoon des huizes neemt het heft in handen, en betoogt, binnen de democratische familiestructuur die plotseling is ontstaan, dat Chinees eten te weinig eiwitten bevat, en in feite heeft geleid tot China's zwakte. "Als we niet voortdurend watergruwel hadden gegeten tijdens het ontbijt maar brood en boter, zou Engeland de Opiumoorlog van 1840 dan gewonnen hebben?" De familie reageert verward en raakt uiteindelijk verstrikt in de democratische besluitvorming die ontstaan is, waarna de oude structuur wordt hersteld en men weer als vanouds watergruel eet bij het ontbijt.

Wang Meng reageert woedend op de kritiek die bijna drie jaar na de publicatie van zijn verhaal verschijnt. Het verhaal had in 1990 de Baihuajiang ("Honderd Bloemen-prijs") voor literatuur gewonnen en werd door critici algemeen beschreven als "humoristisch". De recente kritiek gaat te ver, volgens Wang. "Ten eerste berokkent deze brief mij enorme politieke schade", merkt hij op in een interne brief aan het ministerie van Cultuur en bovendien vraagt hij zich af, "wat het voor gedrag is om groen licht te geven aan dit soort laster", die afkomstig is uit Taiwanese -en dus anti-Volksrepubliek-tijdschriften. De naam van Deng Xiaoping wordt misbruikt, aldus Wang Meng; het was niet de bedoeling om Deng aan te vallen maar juist om zijn hervormingen te beschrijven en te ondersteunen. Tenslotte wordt de anonieme brievenschrijver beticht van onverantwoordelijkheid: de eenheid van de staat kan door alle insinuaties, in gevaar komen. Wang Meng's brief resulteert vijf dagen later in een zeven pagina's dik rondschrijven van de politieke afdeling van het ministerie van Cultuur, een soort uitgewerkte versie van zijn brief. Steun dus van dit gedeelte van zijn oude ministerie.

"Normale literaire kritiek"

Vervolgens stapt Wang Meng naar het gerecht van Chaoyang-district in Beijing waar hij woont, een daad die gezien zijn "liberale" en dus in de ogen van de orthodoxe hardliners verdachte status van een enorme moed getuigt. Wang eist dat de briefschrijver openlijk zijn fouten erkent. Hij beroept zich daarbij op artikel 120 van het Burgelijk Wetboek, waarin staat dat wanneer naam en reputatie van een burger worden geschaad, men recht heeft op rectificatie en schadeloosstelling. Twee advocaten zijn bereid de verdediging op zich te nemen. Maar een paar dagen later rolt het antwoord van het hof in de brievenbus: de kritiek van de naamloze schrijver ging "niet verder dan normale literaire kritiek". Afgelopen woensdag ging Wang, die niet lijkt op te houden het noodlot te tarten, in hoger beroep. Antwoord heeft hij tot dusver nog niet gekregen.

Wie is de geheimzinnige briefschrijver? Yang Lipo (niet zijn echte naam), een ambtenaar in het ministerie van Cultuur: "Dat is niet duidelijk, maar we vermoeden dat het He Jingzhi (de huidige uitvoerend minister van Cultuur) zelf is, of iemand van zijn kliek". De zaak is nu ogenschijnlijk in een patstelling terechtgekomen na de weigering van het locale gerechtshof om de zaak in behandeling te nemen. Maar, zegt Yang, "de discussie wordt nu gevoerd in het Centraal Comitee. Deng Xiaoping zelf zou hebben gezegd dat we 'wel het Bourgeois-liberalisme moeten kritiseren', maar dat dit te ver gaat. Hij wil de zaak als voorbeeld gebruiken om een tegenwicht te hebben tegen de orthodoxe Marxisten".

Of Wang Meng's reputatie binnen afzienbare tijd zal worden hersteld is onduidelijk. Zeker is dat zijn acties scherpe tegenstellingen binnen de partij aangeven, maar vooral dat de liberale vleugel weer moed heeft om iets te ondernemen tegen de aanvallen van links. En dat kan een teken aan de wand zijn in de laatste hoofdstad van het wereldcommunisme.