BLOEDMAFIA SLAAT TOE

GEBREK AAN PLASMA DRIJFT ZIEKENHUIZEN TOT UITERSTE

Een chronisch gebrek aan bloed teistert het Chinese ziekenhuissysteem. Traditie, onwetendheid en weerzin tegen het doneren van bloed zijn de oorzaak. Maar ziekenhuizen hebben altijd bloed nodig voor transfusies en knijpen een oogje dicht als het om hygiène gaat.

(Door Jan van der Made)

BEIJING (ZOP) Midden oktober sloegen de "Vampiers van provincie Hebei" toe. Veertien argeloze boeren op zoek naar werk werden naar Hengshui (200 km ten zuiden van Beijing) gelokt. Maar aangekomen in de grauwe districtshoofdstad werden ze opgesloten en bedreigd met vergiftiging als ze zich zouden verzetten. In een periode van twee maanden tapten de "vampiers" in totaal 4 liter bloed af van de boeren en pas nadat de politie een tip had gekregen werd de bloedroversbende opgerold en de boeren bevrijd.

Dit verslag, dat eerder deze maand werd gepubliceerd in het gezaghebbende Gongren ribao (Dagblad van de Arbeider) geeft een zeldzaam inzicht in de geweldige problemen waarmee de Chinese medische wereld te kampen heeft om haar bloedvoorraad, van belang voor levensreddende transfusies, op peil te houden. De shenghuo zhi he, de "rivier des levens" zoals de krant menselijk bloed omschrijft wordt bedreigd met een voortdurend opdrogen. Bloedplasma (witte bloedcellen) blijft, mits juist opgeslagen, buiten het menselijk lichaam een jaar goed. Rode bloedcellen hooguit een maand. Een constante toevoor is dus van belang.

Maar in China is het afstaan van bloed verbonden met angst. "Toen ik mijn vrouw vertelde dat ik vrijwillig bloeddonor ben kreeg ik slaande ruzie met haar" vertelt een in Beijing wonende westerse zakenman die met een Chinese is getrouwd. "Chinezen vinden het gewoon gek als je bloed afstaat. Het is iets dat zo persoonlijk is, dat je het nooit weggeeft". Als er in China bloed gegeven moet worden gaat dat met ontzettend veel tegenzin: "De hygiènische situatie binnen ziekenhuizen abominabel, "excuseert een 32-jarige werknemer in een staatsbedrijf zich. "Naalden worden meestal niet goed ontsmet en daardoor kun je allerlei ziekten oplopen".

EJACULATIE

Sterker dan angst voor infectie is een onuitroeibaar bijgeloof. Het menselijk lichaam bevat kostbare levenssappen en die mogen onder geen beding verloren gaan. Trendsetter hiervoor was de filosoof Laozi (ong. 6e eeuw vC), de vermeende auteur van de Daodejing, de Taoistische bijbel. Deze was naar verluid zelfs zo bang om levenssappen te verspillen dat wanneer hij masturbeerde middels uiterste concentratie een ejaculatie voorkwam en zijn sperma via de ruggegraat naar de hersenen lopen met als gunstige bijwerking dat het de levenskracht vergrootte. Verspilling van levenssappen (waartoe ook gal en bloed werden gerekend) wordt nu nog steeds gezien als een ernstige verkorting van de levensduur.

Maar ziekenhuizen hebben bloed nodig en kunnen geen rekening houden met traditioneel bijgeloof of angst voor infecties. Het probleem wordt gedeeltelijk opgelost door gebruik te maken van het enorme controlemechanisme dat de staat over de burgers heeft. Onder een systeem dat "Plichtsmatige Bloeddonatie door Burgers" heet moet iedereen die werkzaam is voor een staatsbedrijf een keer in de vier jaar 200 mililiter bloed afstaan. "We krijgen daar 20 gulden voor" verteld een 33-jarige lerares aan een middelbare school. "Maar in deze tijd waar de prijzen steeds hoger worden is dat niet meer dan een fooi. Ik hou er niet van om het te doen. Maar als ik niet ga kan ik bekritiseerd worden".

Behalve compensatie en kritiek dreigen bloeddonatiepunten met sancties: werkeenheden krijgen een borgsom opgelegd die pas wordt terugbetaald als alle werknemers een vastgestelde hoeveelheid bloed hebben afgestaan. Veel werkeenheden willen echter liever geen problemen met hun werknemers en betalen liever de borgsom om eventuele onrust te voorkomen. En daar ligt de oorzaak voor het bloedtekort, een situatie die resulteert in bizarre uitwassen.

BLOEDVOLK

Op de binnenplaats van het "bloedstation", een triest grijs gebouw in de wijk Beitaipingzhuang in Noord-Beijing staat een rij boeren. "Op het platteland valt het niet mee om rond te komen", vertelt een vrouw. Ik heb een familie van zes en als ik wat bloed verkoop kan ik wat helpen met het levensonderhoud". Een 40 jarige man staat aan het hoofd van de rij, iedereen blijkt afkomstig uit het district Gu'an in de provincie Hebei. Het heeft een dag met de trein gekost om naar Beijing toe te komen. Het bloed wordt verkocht, en men keert terug. "Ik heb een contract", vertelt de man. "Voor elke bloeddonor die ik hier naartoe breng krijg ik een bonus van een gulden. Vandaag heb ik voor zestig mensen gezorgd. Als je degenen die niet door de medische test komen buiten beschouwing laat hou je er 45 over".

In de Chinese pers worden mensen die hun beroep maken van de verkoop van bloed het xuemin, "bloedvolk" genoemd. Soms opereren ze alleen, soms worden ze in groepen bij elkaar gezocht door koppelbazen en als een kudde schapen naar een bloedstation gevoerd. Medische controle is er wel, maar die is oppervlakkig en het "bloedvolk" verzint allerlei trucs om hier onderuit te komen. Men vervalst bijvoorbeeld het bloeddonatieboekje waar ieder bezoek aan het bloedstation wordt afgestempeld zodat meerdere malen per maand bloed gegeven kan worden bij verschillende punten. Veel donoren geven veel meer bloed dan de standaard van de Wereld Gezondheids Organisatie (WGO) van 500ml per drie maanden.

Het Chinese ministerie van Volksgezondheid voert harde campagnes maar slaagt er niet in de illegale bloedverkoop in te dammen. De China Daily meldde in 1990 zelfs het bestaan van ondergrondse bloedbanken waar nauwelijks medische tests worden uitgevoerd. "Soms wordt dit bloed vermengd met zout water voordat het (aan ziekenhuizen) wordt verkocht", aldus het dagblad. De "vampiers van de provincie Hebei" die de boeren ontvoerden om hun bloed af te tappen vormden schakels in deze "zwarte markt voor bloed".

TESTS

Grootste gevaar is infectie. Professor Liu Chongbai, een specialist op het gebied van hepatitis waarschuwde onlangs voor "één hepatitusbesmetting per elke 1000 ml bloed die we geven" Aids, een ziekte waarvan in China het gevaar nog niet voldoende wordt onderkend, vormt een andere bedreiging. James Mullally, in Beijing werkzaam voor de WGO: "voorlichting is er hier nauwelijks en dat is duidelijk. Op het platteland komt is er nog geen sprake van Aids, maar ongeveer 20% van de Chinese specialisten die terugkomen van hulpprojecten in Afrika is HIV-positief". Aids dringt ook langzaam door via de grens tussen China en Myanmar dankzij intraveneuze drugsgebruikers. Mullally schat dat er op dit moment in totaal zo'n drie tot vierduizend dragers van het HIV-virus in China zijn.

Aidstests, als ze al worden uitgevoerd, zijn in China voldoen volgens Mullally helemaal niet aan de westerse standaard, een situatie die een directe bedreiging vormt voor het bloed in de bloedbanken. De WGO begint dit jaar een programma dat er op is gericht om bloed aan meer betrouwbare tests te onderwerpen, maar er is, aldus Mullally "nog een lange weg te gaan".

Ook is het onduidelijk hoe China het probleem van bloedverkoop moet oplossen. Volgens richtlijnen van het Rode Kruis die dateren uit 1946 is het Chinese systeem van "Plichtsgetrouwe Bloeddonatie door Burgers" strikt genomen ook een vorm van bloedverkoop omdat er een compensatie aan is verbonden. Idealiter moeten bloeddonaties zonder welke vorm van compensatie dan ook geschieden, zoals dat in de meeste westerse landen routine is.

In China wordt nu 43.6% bloed verkregen via "Plichtsgetrouwe Donatie", 54,8% door verkoop en slechts 1.6% is afkomstig van "echte" vrijwilligers. Jaarlijks terugkerende propagandacampagnes waarbij geluidswagens mobiele bloed-donatiecentra begeleiden zorgen voor een tijdelijke verhoging van het aantal vrijwillige donoren maar volgens Mullally zijn er diepgaandere onderwijsprogramma's nodig om meer mensen de noodzaak van bloeddonaties te laten inzien. Anders blijft de nukkige tegenzin bestaan die, wellicht niet geheel onterecht, weerspiegeld wordt in de woorden van een werknemer bij een uitgeverij: "Sinds de Communisten aan de macht kwamen willen ze ons bloed".