CHINESE PERS BRENGT MARTELING DOOR POLITIE IN OPENBAARHEID

NIEUWE OPENHEID OF OVERHEIDSMANIPULATIE?

In China is marteling door de politie, volgens raporten van Amnesty International, routine. Binnenslands wordt er in de door de staat gecontroleerde pers nauwelijks over gesproken--tot de publicatie afgelopen week van een serie artikelen die de politie in opspraak bracht. Is er sprake van nieuwe openheid in de pers of van subtiele manipulatie?

(Door Jan van der Made)

BEIJING (ZOP) "Twee weken later plaste ik nog steeds bloed", vertelt Yan Zhengxue. Een stapeltje kleurenfoto's, genomen vlak na zijn verblijf van zeven uur op een lokaal politieburo in het district Haidian, noord-Beijing, ligt naast hem op tafel. Ze tonen venijnig paarse littekens over zijn bovenarmen, nek en onderbuik.

"Het begon toen ik aan mijn haren uit de bus werd gesleurd". Tijdens een ruzie met een conductrice was de geldtas met buskaartjes op de grond gevallen, aanleiding voor de chauffeur om meteen naar het politieburo door te rijden. Maar daar werd geen objectief onderzoek ingesteld. Yan: "Toen ze de deuren van het politieburo hadden afgesloten wilden ze dat ik voor ze knielde. Dat weigerde ik. Toen begon het slaan en het schoppen. Eerst op mijn ribben, daarna op mijn nieren en toen in mijn kruis. Urenlang. Toen ik moest overgeven schreeuwden ze dat ik dat niet in mijn hoofd zou moeten halen omdat ik het anders zelf zou kunnen opruimen.

OVERHEIDSTERREUR

Toen de 49-jarige Yan tenslotte op straat werd gezet moest hij ondersteund worden door omwoners die door zijn gegil uit hun huizen waren gekomen. Als Yan Zhengxue een gewone burger was geweest had hij zijn woede waarschijnlijk zwijgend verbeten. Chinezen 'buigen als gras voor de wind', de enige houding die overleving garandeerde in de lange traditie van overheidsterreur.

Maar Yan geniet officieel parlementaire onschendbaarheid. Hij is afgevaardigde van het locale volkscongres in de plaats Jiaojiang, een havenstad in de provincie Zhejiang. Hij woont nu al jaren in Beijing waar hij zijn brood verdient als schilder. "Je moet spreken", hadden de omstanders hem toegefluisterd. "Wij kunnen dat niet doen. Maar jij bent een volksvertegenwoordiger. Jij moet voor jezelf en voor het volk spreken". Yan besloot de tijger aan zijn staart te trekken: hij spande een rechtszaak aan tegen het politieburo.

Het nieuws verspreidde zich snel. Op 24 juli hield Yan een persconferentie en in de weken erna werd zijn verhaal op de voorpagina's van Peking's kranten afgedrukt; de Zhonghua gongshang shibao (China Bussiness Journal) drukte zelfs de foto's af van de wonden die door de wapenstokken van de politie waren toegebracht. De Volksrechtbank van het district Haidian heeft de zaak -volgens Yan Zhengxue's advocaat de eerste in heel China van een burger tegen de politie- officieel in behandeling.

PROPAGANDAGOLF

De zaak Yan lijkt volledig te worden uitgebuit door de Chinese overheid. Waarom wordt het de Chinese pers, die streng wordt gecensureerd, plotseling toegestaan om er zo uitgebreid over te berichten? Allereerst is het een les voor het volk. Die houdt in dat "ook al wordt je door de overheid mishandeld, als je de juiste juridische wegen bewandelt heb je een kans en wordt het kwaad gestraft".

Dit past in de recente propagandavloedgolf ter bevordering van kennis van rechtssysteem onder het volk; films als het (onlangs in Nederland vertoonde) Qiuju da guansi (Verhaal van Qiu Ju) van Zhang Yimou, over een boerenmeisje dat een succesvolle poging ondernam om het dorpshoofd voor het gerecht te dagen nadat deze haar man in de onderbuik had getrapt).

Hiernaast is de nieuwe openheid een signaal naar het buitenland. Mensenrechtenorganisaties wijzen er regelmatig op dat marteling routine is in de Volksrepubliek. China geeft wel toe dat marteling voorkomt (Een rapport van het Openbaar Ministerie van afgelopen april noemde 1687 gevallen van marteling door de politie in de afgelopen vijf jaar), maar omschrijft het als een randverschijnsel. Maar behalve de zaak van de heer Yan zijn er de afgelopen weken over minstens vier andere gevallen van mishandeling door de politie bericht. Door de Chinese pers toe te staan erover te berichten moet de schijn worden gewekt dat men zich er althans meer zorgen over maakt.

MACHTSSTRIJD

Tenslotte dient de zaak van de heer Yan het systeem van Volkscongressen. Volkscongressen vormen de "democratische" structuur van de Chinese staat en afgevaardigden worden via trapsgewijze verkiezingen gekozen. Het hoogst in de hierarchie staat het Nationale Volkscongres (NVC) dat wetten sanctioneert. Op papier is het NVC het machtigste beleidsmakende orgaan, maar in de praktijk is het de Communistsische Partij (CCP) die het NVC tot een marionettenparlement reduceert.

Toppoliticus Qiao Shi, tevens lid van het politburo van de CCP staat aan het hoofd van het NVC. Door de rol van dit orgaan te benadrukken zou Qiao Shi China een meer democratisch gezicht kunnen geven. Het feit dat Yan Zhengxue zelf afgevaardigde is en een juridische overwinning op een plaatselijk politiebureau behaalde, kan hier alleen maar bij helpen. In dit licht kan zijn zaak zelfs de positie van Qiao Shi kunnen versterken. Qiao zou zich, net zoals andere topleiders als staatspresident Jiang Zemin en vice-premier Zhu Rongji voorbereiden op een machtsstrijd na de dood van sterke man Deng Xiaoping.

Vraag blijft blijft natuurlijk of mijnheer Yan Zhengxue zelf en een onduidelijk aantal naamloze burgers die onder politieterreur lijden daar er uiteindelijk mee geholpen zijn.