DE VERNIETIGING VAN OUD-BEIJING

MODERNISERING BETEKENT EIND VAN GESCHIEDENIS

Voor oud-Beijing is China's 'economische wonder' destructief. Stegen met traditionele hofjes verdwijnen, tempels vallen voor de bulldozers, hele wijken met siheyuan (in hoefijzervorm gerangschikte, ommuurde woningen) gaan tegen de vlakte. Vernietiging van de Chinese cultuur door haar eigen volk is niet iets nieuws, maar wie niet snel is zal er binnenkort niets meer van aantreffen.

(Door Jan van der Made)

BEIJING (ZOP) Stel je voor: je woont in een monumentenpand in hartje Amsterdam dat al twee eeuwen door de familie wordt gekoesterd. Op een dag kom je thuis en vind een aankondiging van de gemeente dat je huis over twee weken wordt afgebroken en dat je moet verhuizen. Als alternatief wordt je iets in Almere Stad aangeboden. Als je protesteert komt de mobiele eenheid het huis omsingelen om je eruit te slaan.

In Amsterdam zou dit scenario waarschijnlijk tot massademonstraties leiden, maar in Beijing, waar het aan de orde van de dag is laten de meeste burgers het gedwee over zich komen. "We zagen het al jaren aankomen", vertelt Yu Liyue, een 43-jarige verkoopster in de Xinhua Shudian, de staatsboekhandel. "Maar niemand wist precies wanneer het zou gaan gebeuren". Yu Liyue woont in een hofje in een van de stegenstelsels in Beijing-West. Vorige week vond ze het gewraakte aanplakbiljet van de gemeente.

GEWAPENDE POLITIE

Het Instituut ter bestudering van het Denken van Marx, Lenin en Mao Zedong, een staatsorganisatie met een enorme invloed, wilde gaan uitbreiden. Alle oude huizen tegenover het instituut moeten weg; de siheyuan (traditionele hofjes met in hoefijzervorm gerangschikte woningen), de talloze tempels en de kronkelende stegen.

Bewoners, die vaak generaties lang in hetzelfde huis hebben gewoond hebben de keus: compensatie of een andere woning. "Maar de compensatie is veel te weinig, daar kunnen we nooit een nieuw huis voor in de binnenstad kopen", aldus Yu. "En de nieuwe huizen die ze ons aanbieden in het district Tongxian zijn 15 kilometer buiten het centrum".

Protesteren helpt niet: toen begin dit jaar bewoners van de wijk Yongan Xili protesteerden tegen de geplande afbraak van hun huizen trok er een cordon gewapende politie, voorzien van electrische wapenstokken, naar de wijk en het resultaat was dat niemand meer wat durfde te doen. De angst van 4 juni 1989 toen militairen en gewapende politie met scherp op demonstranten voor democratie schoten, zit er na meer dan vijf jaar nog goed in.

GELUID VAN BULLDOZERS

De inwoners zullen het ondanks alle ongemakken wel overleven. Veel ernstiger is de totale vernieling van Beijing's oude binnenstad, het wegvagen van alle historische bouwwerken die plaats moeten maken voor kantoren, luxe-appartementen en winkelcentra. De constructiekoorts van de jaren '80 en '90 betekent het definitieve einde voor de restanten van wat ooit "De Heilige Stad Beijing" werd genoemd.

Vandaag kun je nog een aantal van de meer dan duizend tempels die de stad vroeger rijk terugvinden, maar ze verkeren in verschillende stadia van ontbinding en worden gebruikt als kolenopslagplaats, school of slaapzaal voor contractarbeiders. En het geluid van de bulldozers komt onherroepelijk dichterbij.

Professor Kristofer Schipper, verbonden aan het Sinologisch Instituut te Leiden poogt de laatste resten van Oud-Beijing, voor zover die nog te vinden zijn, in kaart te brengen waarij hij zich hoofdzakelijk op de honderden tempeltjes concentreert.

Eén van de slachtoffers van de nieuwe vernietigingsgolf van cultuurmonumenten was het Jixiang Theater, het laatste overgebleven traditionele theater voor Beijing-Opera. Sinds september vorig jaar is er gapend gat waar bulldozers en Japanse draglines de laatste fundamenten wegvreten. "Ik houd niet van actievoeren", vertelt Li Weikang, de 48-jarige Beijing Operaster. Maar toen ik hoorde dat het Jixiang dichtging heb ik mijn handtekening gezet onder een petitie aan het stadsbestuur".

Het was een van de weinige keren in de geschiedenis van de Beijing-opera dat acteurs en actrices gezamelijk in actie kwamen. Vijftig van hen schreven een petitie aan het stadsbestuur van Beijing met een smeekbede om het theater te sparen. "De Beijing Opera wordt nog steeds gezien als het symbool voor de Chinese beschaving", aldus de Li. "Daarom wilden we dat het theater openbleef". Maar het stadsbestuur was meer geinteresseerd het geld dat het geplande joint-venture winkelparadijs (opening in 1996) zal gaan opbrengen en de petitie haalde niets uit.

Li Weikang klaagt over de afnemende belangstelling voor de Beijingopera: "Mensen tegenwoordig zijn er te moe voor. Ze willen niet meer uren in de rij staan, zoals toen Mei Lanfang (de beroemde vrouwen-impersonator) optrad in de jaren veertig. "Bovendien zijn veel theaters omgebouwd tot discotheken of karaoke-zalen".

Ook het Instituut voor Traditioneel Chinees Theater is niet populair meer. Toen Li Weikang als tienjarige aan haar carriere begon waren er zesduizend kinderen in de opleiding. Nu nog maar tweehonderd. Bovendien zijn er acht leraarsposten onbezet: een salaris van de school (150 gulden per maand) is drie keer zo laag als dat van een taxichauffeur. Leraren die met pensioen gaan worden niet vervangen

NIEUW TIJDPERK

Verbijsterd over de omvang van de vernietiging die hij aantreft: "Wij hebben onze beeldenstorm gehad, er is de Franse revolutie geweest, maar sindsdien zijn talloze kloosters en kastelen voor vernieling beschermd in Europa. "En in China is die evolutie precies andersom gegaan. Het begon in 1851, de Taiping-rebellie (Christelijk geinspireerde beeldenstormers JvdM), die alle grote tempels in Zuid-China vernielt, en daarna is het voortdurend bergaf gegaan met het religieuze erfgoed van China. En nu is er niets meer van over".

Na de Communistische machtsovername in 1949 werd de traditie van cultuurvernieging voortgezet. Oorspronkelijk dienden de honderden wijktempeltjes als cultureel centrum waar theatervoorstellingen en voorlezingen werden gehouden. Er waren klasjes en kinderen werden grootgebracht in de bokskunst. Er werd wierook gebrand en de oude mannen kwamen in de avond samen om op de dag te kauwen.

Maar Mao Zedong besloot tot de bouw van een grote, socialistische stad voor de nieuwe mens en het nieuwe tijdperk dat moest aanbreken. En daarin was geen plaats voor cultuur en religie.

FEODAAL BIJGELOOF

De monumentale stadsmuren van Beijing waren het eerst aan de beurt. Met enorme hijskranen werden de daken van de doorgangspoorten van hun zuilen afgetild en om op de grond kapot te vallen. Daarna werd de eerste aanzet gegeven tot de verwijdering van de enorme stegenstelsels die plaats moesten maken voor functionele hoogbouw.

De bouwkoorts werd onderbroken door de Culturele Revolutie (1966-1976), maar veel rust kregen de honderden tempeltjes niet. In 1966 brandde de politieke massacampagecampagne om de "Vier Ouden" (oude cultuur, oude ideologie, oude zeden en gewoonten) "kapot te slaan". Fanatieke groepen plunderende en vechtende Rode Gardisten zagen dat als excuus om inscripties van de muren te hakken, Boeddhabeelden te onthoofden en hele bibliotheken af te branden.

Monniken en priesters werden jarenlang opgesloten, religie werd bestempeld als "feodaal bijgeloof" en de tempels die niet met de grond gelijk werden gemaakt werden gesloten of geleased aan scholen, fabrieken of buurtcomites.

FOTOBOEKEN

Na de Culturele Revolutie zorgde de hernieuwde aandacht voor constructieprojecten van Deng Xiaoping's politiek van economische hervormingen voor de genadeslag van Oud-Beijing.

Religieus besef zoals dat bestond vóór de revolutie in 1949 bestaat niet meer. Wanneer de bulldozers hun werk hebben afgerond zal de "Heilige Stad Beijing" met zijn stegen en tempels een vage herinnering zijn, slechts vastgelegd in fotoboeken, op aanzichtkaarten en historische plattegronden.