BEIJING OPERA'S ARIAS STERVEN WEG

OPERASTER LI WEIKANG VECHT VOOR BEHOUD EEUWENOUDE CULTUUR

De Beijing Opera, China's versie van de musical, waarin gedanst, gezongen, geacteerd en gevochten wordt tegen een achtergrond van klassieke koningsdrama's en liefdesverhalen wordt nu, anno 1994 nog steeds beschouwd als de vertegenwoordiger van de Chinese cultuur. Maar kunnen de acteurs en actrices met hun hoge falsetstemmen nog opboksen tegen karaoke, house en disco?

(Door Jan van der Made)

The voice of Beijing Opera star Li Weikang

BEIJING (ZOP) "Toen ik dertien jaar oud was moest ik uren per dag trainen. Ik moest voor een muur gaan zitten met mijn benen gespreid. Dan duwde de leraar tegen mijn kont totdat ik een volledige spagaat had bereikt. Daarna moesten we honderd rondjes lopen en toen ik naar huis ging krepeerde ik van de pijn. Dagenlang kon ik niet meer zitten. "Hou er maar mee op", zei mijn moeder.

Maar Li Weikang hield vol. De leraren waren volgens haar humaner dan de beulen die in regisseur Chen Kaige's film Bawang bieji (Farewell to my Concubine) kleine jongetjes drillen en slaan tot ze zichzelf in een knoop kunnen leggen. Bovendien was ze geobsedeerd door de uitvoering van de grote sterren. "De taal die in Beijing-opera's wordt gebruikt is geen spreektaal, het is klassiek Chinees. Ik snapte er niets van, maar beschouwde het als een uitdaging om het ook te leren".

Li maakte de tijden door dat de klassieke Beijing Opera's werden verguisd en verboden tijdens de Culturele Revolutie. Er waren slechts een aantal modelopera's, geschreven door de vrouw van Mao Zedong, Jiang Qing met klinkende namen als Hongdengji (De Rode Lantaarn) en Hongse niangzi jun (Het Rode Vrouwendetachement), maar toen in de late jaren '70 traditie weer mocht bloeiden de theaters weer op ... alleen om de doodsklap te krijgen van Deng Xiaoping's politiek van economische hervormingen.

MINDER PUBLIEK

Li Weikang is inmiddels een gevierde ster, die voor de bejaarde leiders in regeringscentrum Zhongnanhai speelt, haar dagelijks taalgebruik doorspekt met klassiek Chinees en wil doorspelen "tot ze erbij neervalt". Maar Li, die nu tegen de vijftig loopt, behoort misschien tot een uitstervend ras.

In het Instituut voor Traditioneel Chinees Theater zijn dit jaar minder dan 200 nieuwe leerlingen. Toen Li in 1958 begon waren er in Beijing 6000 studenten. "Toen Mei Lanfang (de Pavarotti van de Beijing Opera) speelde gingen de mensen om twaalf uur 's nachts al in de rij staan. Nu zijn ze te moe. Ze moeten uren in volgepropte bussen in eindeloze files staan, bovendien hebben ze thuis televisie en vinden ze het de moeite niet meer om er opuit te gaan.

"Vooral de laatste twee jaar heb ik duidelijk gemerkt dat er minder publiek komt. De regering doet wel wat aan propaganda, zoals het organiseren van een Beijing-operafestival of speciale workshops waar jonge scholieren aan deel kunnen nemen. Maar erg intensief is het niet en over het algemeen neemt de belangstelling voor de theaters sterk af".

PALEISEUNUCH

Zo sterk dat in september vorig jaar werd besloten om China's beroemdste Beijing-operatheater, de Jixiang Juchang op een hoek van winkelstraat Wangfujing en de Goudvissensteeg met de grond gelijk te maken en te vervangen door een zeven verdiepingen hoog joint-venture winkelcentrum.

Het was een van de weinige keren in de geschiedenis van de Beijing Opera dat de acteurs collectief in actie kwamen. Yuan Shihai, de 78 jarige peetvader van de Beijing Opera: "De Opera is onze nationale schat. Alleen om die reden moest het theater blijven bestaan". Het theater bood plaats aan 1052 mensen en werd in 1905 gebouwd door een paleiseunuch.

Het was een plaats waar het uitgelaten publiek naar haar helden kon schreeuwen, waar mensen de melodieen mee konden galmen en waar ze de slechterikken op het toneel naar hartelust konden uitjouwen. Maar de petitie hielp niets, de autoriteiten bleken gevoeliger voor het geld uit Hongkong waarmee het nieuwe winkelparadijs zal worden bekostigd. Het Jixiang theater was het laatste grote Beijing Opera-theater in China's hoofdstad en een nieuw slachtoffer in de golf van nieuwbouw die door China's miljoenensteden spoelt.

Andere theaters werden omgebouwd tot discotheken of karaokezalen waar de nieuwe yuppies met hun draagbare radio's zelf de rol van leadzanger van populaire mierenzoete popsongs uit Taiwan en Hongkong kunnen vervullen.

TELEVISIE

Economische hervormingen hebben nog een andere negatief effect op het voortbestaan van de Beijing Opera: de salarissen van professoren op het Instituut voor Traditioneel Chinees Theater liggen zo laag (200 gulden per maand, 500 gulden minder dan een taxichauffeur) dat bijna niemand meer geinteresseerd is in een positie. Op dit moment heeft het instituut twaalf (voor het grootste deel bejaarde) professoren, terwijl er twintig posten zijn. Wanneer er een met pensioen gaat of sterft wordt hij niet vervangen.

De laatste hoop is sponsoring. Een van de Beijing Operagezelschappen adverteert (ironischer kan het niet) voor een bedrijf in onroerend goed en is daardoor in staat haar acteurs te blijven betalen. Li Weikang zelf gokt op de televisie: "Als we via de televisie gesponsord kunnen worden zeg ik daar geen nee tegen. Je hebt bovendien een veel groter publiek, en mensen kunnen op die manier toch naar de Beijing Opera blijven kijken. De Opera zal op zich wel stand houden tegen alle vernieuwingen, maar de sfeer van de theaters, het gezamelijk uitgaan en de gezelligheid zijn onherroepelijk gedoemd te verdwijnen".