LAATSTE UITWEG SLACHTOFFERS STAATSMISDADEN

SHANGFANG: LIJDENSWEG NAAR HET PETITIEBUREAU

Gisteren begon in Beijing een internationale anti-corruptieconferentie. Maar gastland China heeft bepaald geen schone lei. Vorige week werd ex-partijleider van Beijing Chen Xitong uit al zijn functies ontheven vanwege een miljoenenschandaal. Maar vooral op lager niveau is het land doorwoekerd van malafiede overheidsfunctionarissen. Correspondent Jan van der Made bezocht wachtenden voor het "petitiebureau" in Beijing, de laatste hoop voor mensen uit het hele land om hun beklag te doen over misstanden, vaak veroorzaakt door plaatselijke ambtenaren, die hun leven hebben verwoest. Het bureau vormt een directe schakel tussen het volk en de staatsraad, China's kabinet en kan worden gebruikt als andere legale middelen falen. Maar China's wanhopige kaste der shangfangren (lett: zij die op audiëntie gaan), "petitionisten", zien meestal deze laatste poort der gerechtigheid gesloten.

(Door Jan van der Made)

YONGDINGMEN, BEIJING-ZUID (ZOP) Op het eerste gezicht lijkt het een vuilstortplaats met zwervers. In lappen gehulde boeren zitten ineengedoken bij elkaar rond een geïmproviseerde oven van baksteen. Anderen hangen tegen de muur of liggen doelloos uitgestrekt op de grond. Wezenloze zwarte gezichten, vieze handen. Een man staart kwaad naar de stalen toegangspoort van het petitieburo. "Ik heb al dagen niet gegeten", vertelt Yu Bigan, een boer uit Heilongjiang. Ik zit hier al weken. Ze willen niet naar me luisteren".

Yu was vier jaar geleden kreupel geschopt door zijn buurman, een uit de hand gelopen burenruzie die ervoor zorgde dat hij niet meer zonder stokken kan lopen. Werken is er niet meer bij. Een rechtszaak haalde niets uit. "Mijn buurman was dikke maatjes met de plaatselijke partijchef. Die heeft me duidelijk gemaakt dat procederen op niets uit zou lopen. "Ik werd bedreigd, en toen ik bij de politie mijn beklag ging doen werd ik geschopt en geslagen. Mijn laatste hoop was Beijing, het petitieburo. Ik sta hier elke ochtend in de rij, maar tot toe hebben ze mijn brief niet in ontvangst willen nemen. En zelfs als ze hier naar me willen luisteren durf ik geeneens terug te gaan naar Heilongjiang uit angst voor wraak."

Yu krijgt snel bijval van de andere, armoedig uitziende wachtenden voor de poort. Mevrouw Song raakte aan de bedelstaf door een mislukt huwelijk. Ze komt uit een boerendorp in Shandong en is al jaren verwikkeld in Kafkiaanse rechtszaken. Haar man met wie ze via een gearrangeerd huwelijk was getrouwd, was haar gaan slaan toen ze een tweede dochter baarde. "Hij wilde een zoon. Maar ik weigerde een derde kind. Sindsdien bedreigde hij mij en mijn dochters met de dood. Ik had hem verraden, zei hij. Maar scheiden wilde hij niet omat er dan niemand meer voor hem kon koken. Hij had de plaatselijke rechter omgekocht. En die wilde wel een scheiding uitspreken, maar alleen als ik met diens zoon zou trouwen. Dat weigerde ik, en toen ben ik weggelopen. Sindsdien bedel ik door heel China."

ELECTRISCHE VEESTOK

De verhalen over corrupte ambtenaren, politiemishandeling, machtsmisbruik en machteloosheid stapelen zich op. Een 68-jarige vrouw beschrijft hoe ze door een politieman met een electrische veestok onder handen werd genomen toen ze zich beklaagde over het feit dat de plaatselijke partijchef een huis op haar grond had geconfisceerd. "Ze drukten de stok tegen mijn slapen. Ik heb maandenlang een tollende hoofdpijn gehad. En ze bleven maar lachen. Ook in mijn hoofd". De vrouw hoopt haar huis terug te krijgen door een petitie aan te bieden in Beijing. Het is haar laatste hoop.

Maar het petitiekantoor zelf biedt een verlaten aanblik. Op de binnenplaats is het leeg op een legergroene Beijingjeep na. Gangen met vloeren van kaal beton leiden naar kamers met oude bureau's vol paperassen, maar activiteit is er niet. Alleen op de tweede verdieping zit een groepje norse mannen te kaarten. Informatie geven willen ze niet. "Zelfs Chinese journalisten worden hier niet toegelaten", zegt de man die "Chef" wordt genoemd en die zijn naam geeneens wil geven. "Dat zijn de regels". Hij wil alleen kwijt dat het kantoor drie keer per week om acht uur 's morgens voor een paar uur opengaat, en dat de petitionisten dan hun klachten kunnen deponeren.

"Maar die honden van ambtenaren eisen zestig gulden (een maandsalaris) voor elke klacht die wordt ingediend", aldus Yu. "Ze zijn als Mao Zedong in zijn cristallen doodskist: ze luisteren niet en ze bekommeren zich om niets". "We hebben een enorm land met een antieke beschaving", weet mevrouw Song. "Maar er zijn net zoveel corrupte ambtenaren als er sterren in de hemel staan". De vrouw wacht al drie maanden in Beijing en kampeert, net als de andere petitionisten voor de deur van het buro. "Ik kan niets anders doen dan wachten. Er is geen weg terug. Geen van ons heeft het geld meer om te reizen."

RODE INKT

De schamele bagage van de petitionisten bevat iets wat bedelaars niet hebben: pennen, stukken papier en kussentjes met rode inkt. Sommigen werken aan een brief. Een man is klaar en drukt zijn duim, nat van de rode inkt, onderaan zijn petitie om er meer gewicht aan te geven. De karakters zijn zorgvuldig en regelmatig geschreven: door met oude wetten en regels te schuiven was een lokale partijbons er in geslaagd hem honderduizend gulden afhandig te maken.

Het zal een schrale troost zijn voor de petitionisten, maar ze kunnen zich beroemen op een lange traditie. In autoritair keizerlijk China was de petitie een van de weinige democratische uitlaatkleppen. Ontevreden burgers konden door middel van een schrijven hun klachten kenbaar maken.

Aan het eind van de Culturele Revolutie (1966-1976) kwamen er honderdduizenden petitionisten naar Beijing: ex-rode gardisten die door Mao Zedong naar het platteland waren gestuurd nadat ze het land op de rand van een burgeroorlog hadden gebracht.

POLITIEKE REHABILITATIE

De meeste petitionisten eisten politieke rehabilitatie en terugkeer naar hun oude woonplaats. Toen deze golf van klachten was geluwd doordat de meesten wel een baan kregen toegewezen, bleef het petitieburo bestaan. Maar tijdens Deng Xiaoping's politiek van economische hervormingen veranderde de aard van de klachten. Wang Xiaozhen, die een privé-restaurant op een steenworp afstand van het petitieburo runt: "Het zijn nu vooral economische problemen. De staat confisceert land van boeren. Te hoge belastingen. Problemen met corruptie".

Volgens Wang neemt het aantal petitionisten jaarlijks enorm toe. "Inkomensverchillen nemen toe. Mensen zijn jaloerser dan vroeger. En veel locale partijkaders regeren als koningen in hun districten. Vooral over het laatste zijn enorme klachten. Maar hier komen helpt niet veel. Want zo'n partijkader krijgt hooguit een telegrafische reprimande. Dus als de petitionist terugkeert wordt hij opnieuw mishandeld of gemarteld. En soms was dat juist de reden dat ze hierheen kwamen. Het is een vicieuse cirkel".

Chinese autoriteiten gaan uiterst omzichtig om met deze enige democratische uitlaatklep voor het volk. Eind jaren zeventig beperkten petitionisten zich niet tot een kantoor: ze gingen de straten van Beijing op en plakten hun klachten, geschreven op "Grote Karakterposters" op een muur die later de geschiedenis in zou gaan als "de muur der Democratie".

VROUWENCONFERENTIE

Toen de posters de Communistische Partij en Deng Xiaoping zelf begonnen aan te vallen, werd de muur 'gesloten'. De felste petitionisten werden gearresteerd, en sommigen (waaronder China's top-dissident Wei Jingsheng) zitten nu nog in de gevangenis. Gelijkenissen zijn er nog steeds. Een vrouw blijkt een 'grote karakterposter' te hebben geschreven, die gericht was aan "de deelneemsters van de 4e Wereld Vrouwenconferentie".

In nauwkeurige calligrafie wordt mishandeling van vrouwen aan de kaak gesteld, maar de poster vormt voornamelijk een aanklacht tegen de onwil van het petitieburo. "Bij grote corruptiezaken die de staatskas aantasten worden de overtreders snel gevonden. Maar naar ons, het volk, wordt niet omgekeken. Ik probeer al vijf jaar een petitie aan te bieden, maar wordt alleen denigrerend behandeld".

"Op dit moment wordt er een anti-corruptiecampagne gehouden in Beijing. Dat is goed", zegt een andere poster, een enorm vel van rood knisperpapier met gele karakters. "Maar het is te hopen dat dat voor ons, het volk ook goede gevolgen heeft". Mijnheer Lu Guofang, de auteur van de poster, vouwt hem snel weer in zijn binnenzak zodat hij de spiedende ogen van het buurtcomite ontgaat.

Autoriteiten zijn nerveus: ze herinneren zich de "Muur der Democratie" en de massale studentenopstand in de lente van 1989 die bol stonden van de petities. In 1994 werd een recordaantal petitionisten geteld bij het petitieburo van Beijing: 120.000. Het gevolg was dat de stadsregering regels instelde om dit aantal naar beneden te krijgen: petitionisten mogen hooguit vijf mensen sturen om hun zaak voor te leggen. Om te voorkomen dat er onder het mom van shangfang misdaad wordt gepleegd. Voor mevrouw Song een van de redenen voor haar bitterheid. "Weer een bewijs dat de regering niets geeft om het volk. Als dit niet werkt kan ik net zogoed zelfmoord plegen. Dan wil ik niet meer leven onder onze nationale vlag".