MOSLIMS IN BEIJING VOELEN DISCRIMINATIE

UIGHUREN VOELEN POLITIEADEM IN DE NEK

De Renmin ribao (Volksdagblad) lanceerde maandag een felle aanval op vijandelijke buitenlandse krachten die godsdienst gebruiken om het moederland te splitsen. Het artikel vormt een vervolg op een scheldkannonade afgelopen week in de Xinjiang ribao (Dagblad van Xinjiang), het officiele partijorgaan van China's westelijke moslimregio. Autoriteiten in Beijng hebben de controle op China's moslimbevolking aangescherpt.

(Door Jan van der Made)

BEIJING (ZOP) Als een pasja zit Mohammed Alamu voor zijn restaurant en bestudeert het kabaal op straat. Tientallen Uighuren, moslims met de Chinese nationaliteit maar met een turks uiterlijk, proberen met wilde gebaren en onder luid geschreeuw klanten te winnen. Auto's die voorbijrijden worden aangklampt, voorbijgangers bijna ontvoerd naar een van de vele moslimrestaurants die aan weerskanten van de straat zijn gebouwd. Daar worden shasliks geserveerd, ronde broden en hotpot met schapevlees terwijl Arabische popmuziek uit de luidsprekers schettert.

Xinjiang Cun, het "Xinjiang dorp" zoals deze enclave in de volksmond heet, bestaat sinds 1985. De eerste migranten, werkelozen uit China's westerse "Autonome Regio" Xinjiang (in status gelijk aan een provincie) kwamen naar Beijing om een beter bestaan op te bouwen. Sommigen openden restaurants en de eerste successen zorgden ervoor dat de wijk pijlsnel groeide. Vandaag de dag leven er zo'n zevenhonderd moslimfamilies in Ganjiakou.

Alamu, was tot vorig jaar de officieuze "burgemeester" van de moslimenclave. Hij vormde de schakel tussen de kleine gemeenschap en de Chinese overheid. Maar het is niet allemaal koek en ei tussen de Uighuren en de Chinezen, zegt Alamu. "We bemoeien ons nauwelijks met elkaar. We proberen hier zoveel mogelijk onze eigen zaken op te lossen".

POLITIE IN BURGER

Tijdens ons gesprek komen er regelmatig Uighuren langs voor een snelle kop thee en wat advies. Een groepje Chinees-uitziende mannen dringt zich op, en vraagt naar een winkeltje dat leeg zou staan. Hoeveel het kost om dat te kopen. Ze komen bij Alamu, omdat ze Hui zouden zijn, een andere moslim minderheid. "Ben je echt een Hui?" vraagt Alamu plotseling scherp. Hij maakt het gesprek snel af en stuurt de mannen weg. "Politie in burger", fluistert hij. Ze zijn overal. Ze komen hier eten, en kijken tegelijkertijd waar we het over hebben.

Sinds een paar maanden is de controle over het Xinjiangdorp aanzienlijk verscherpt. Er is niet alleen politie in burger, maar er wordt ook gepatrouilleerd door veiligheidsagenten in blauwe uniformen, die, wapenstok in de hand, de stegen achter de restaurants doorkruisen waar de moslims in hofjes wonen. De Chinese ongerustheid wortelt in een toenemend aantal incidenten in Xinjiang, in China's verre westen. Autoriteiten zijn bang dat een organisatie die zichzelf "Comité ter oprichting van een Onafhankelijk Oost-Turkestan" noemt delen van Xinjiang met Kazakhstan en Kyrgizstan wil verenigen om zo een aparte staat te vormen.

Dat de situatie ernstig is wordt bewezen door de felle aavallen afgelopen week in de Xinjiang ribao (Dagblad van Xinjiang), het officiele partij-orgaan van het Autonome Gebied, tegen "vijandige buitenlandse krachten" die er op uit zijn "het moederland te splitsen". De "staatsondermijnende elementen" zouden er op uit zijn om een "contrarevolutionaire opstand" uit te lokken die wordt geleid door westerse imperialisten, aldus de krant.

GRENSSCHERMUTSELINGEN

Spanningen tussen Chinezen en Uighuren zijn eeuwenoud. Maar de laatste onrust begon nadat Chinese autoriteiten een verscherpte grensbewaking instelden na een verdrag dat in april werd getekend in Shanghai tussen de leiders van China, Rusland, Kazakhstan, Kirgizstan en Tajikistan. Formeel is dat verdrag er op gericht om de kans op grensschermutselingen te verkleinen.

Maar volgens Yusupbek Mukhlisi, een vertegenwoordiger van de Beweging voor een Onafhanklijk Oost Turkestan was het de autoriteiten er meer om te doen om gezamenlijk tegen de afscheidingsbeweging te vechten. "Nu is de situatie in Oost-Turkestan verslechterd" vertelt hij, "omdat de leiders (van de voormalige Soviet repblieken) de ondertekening van de Shanghai- overeenkomst toelieten.

De ondertekening van de Shanghai-overeenkomst viel samen met een golf van terreur en aanslagen op mullah's, religieuze leiders, die met de Chinese overheid samenwerkten. De Xinjiang ribao meldde een vuurgevecht met "terroristen" die met geweren en zelfgemaakte bommen huizen in het plaatse Kuqa zouden zijn binnengevallen. Het laatste slachtoffer van geweld in Xinjiang was de 73-jarige pro-communist Aronhan Aji die ernstig werd gewond toen een groep Uighuren hem in een hinderlaag lokten en met messteken om het leven trachtten te brengen.

Volgens de Uighurse leiders in Alma Ata begon de Chinese politie, geholpen door plaatselijke militiatroepen daarna met een van de grootste arrestatiegolven uit de geschiedenis van het gebied; in totaal zouden zo'n 3000 mensen zijn opgepakt. Kakharman Khojamberdi, hoofd van Kazakhstan's officiele Uighurse Associatie, zei dat sommige incidenten wellicht waren uitgelokt om een voorwendsel voor de arrestaties te vinden.