NEGEN JAAR NA TIANANMEN: DISSIDENTEN VERLIEZEN CONTACT MET CHINESE WERKELIJKHEID

CONGRES IN MACAO TOONT HAAKSE MENINGEN

Aan de vooravond van de herdenking van het bloedbad in Peking hield een groep Chinese dissidenten een congres in de Portugese enclave Macau. Sinds 4 juni 1989 zijn veel dissidenten in ballingschap ernstig verdeeld. Dissidenten in China zijn gearresteerd. En degenen die op vrije voeten zijn, worden ernstig belemmerd in hun bewegingsvrijheid.

(Door Jan van der Made)

MACAO (GPD) "Na de pijn was ik niet bang meer. Ook al moet ik ervoor sterven, de mensen die na mij komen moeten weten dat een confederatie het enige juiste systeem is voor China. China is te groot. Het kan niet centraal geregeerd worden". Dit zijn de woorden van Mo Hanying, voorzitter én enig lid) van de Chinese Federalistische Alliantie. Het ideaal van Mo: de onafhankelijkheid van Hongkong, Macau, Tibet en rijke kustprovincies als Guangdong. "Eerst moeten deze gebieden zich als onafhankelijke staten waarmaken. Daarna moeten ze worden herenigen - als ze willen".

Op een pamflet dat hij uitdeelt staat een kaartje van Hongkong met daaronder de tekst van de 'Ontwerp-grondwet van de Republiek Hongkong'. Een ander pamflet heeft hij ondertekend met Alliantie ter ondersteuning van de onafhankelijkheid van Tibet. Mo, die in Macau woont, symboliseert China's overzeese dissidentengemeenschap: verward, tegenstrijdig, stuurloos. Hij zegt wel precies alles wat autoriteiten in Peking niet willen horen, en Beijing heeft, volgens Mo, haar onvrede laten merken. Nadat hij in 1996 geprotesteerd had tegen Chinese marineoefeningen voor de kust van Taiwan in 1996, heeft een aantal mannen hem zijn tanden met een ijzeren stang uit zijn mond geslagen. Leden van triaden, Chinese maffia, dacht Mo, gesponsord door Peking. De politie gaf later toe dat het 'een fout' was geweest, maar procederen liep op niets uit wegens gebrek aan bewijs. Mo, die geen geld had voor de reparatie van zijn gebit, slist nog steeds en heeft moeite met kauwen.

VUISTGEVECHTEN

Mo Hanying was een van de vijftig deelnemers aan een congres voor dissidenten in ballingschap dat op 23 en 24 mei werd gehouden in de Portugese kolonie Macau, op de drempel van China. Voor veel dissidenten was het de eerste keer na het bloedbad in juni 1989 dat ze weer voet op Chinese bodem zetten, ook al behoort die formeel nog tot Portugal. Ideeën die tijdens het congres geopperd werden liepen uiteen van Mo Hanying's extremistische visie van China als federatie van onafhankelijke republieken tot een meer centraal geregeerde staat met directe verkiezingen.

Over één ding waren alle dissidenten het eens: de Chinese Communistische Partij moet op zijn minst haar macht delen met anderen en iedereen die vanwege een andere mening in de gevangenis zit moet worden vrijgelaten. Maar tot een eensluidende politieke stellingname kon men niet komen. China's overzeese dissidentengemeenschap lijdt aan factiestrijd, diepgaande onenigheid, angst voor infiltratie van spionnen uit Peking en ruzies die soms ontaarden in vuistgevechten.

Maar volgens Yan Jiaqi, voormalig adviseur van de in 1989 afgezette partijsecretaris Zhao Ziyang en een van de deelnemers aan het congres, is die onenigheid juist "een normaal verschijnsel. De dissidentengemeenschap is pluriform. Tijdens de verkiezingen in Hongkong zijn er ook verschillende politieke partijen. Het gaat erom dat leiders binnen deze facties democratisch gekozen worden".

FELLE AANVALLEN

Op dit moment zijn er ten minste acht belangrijke dissidentengroeperingen, waarvan de Federatie voor een Democratisch China en de Chinese Alliantie voor Democratie de meest prominente vormen. Het ledenbestand wordt gevormd door enige honderden dissidenten, die na verschillende democratiebewegingen of jarenlange gevangenisstraffen het land werden uitgezet of via ondergrondse kanalen ontsnapten. Sinds 1995 kwamen daar ook nog eens kopstukken als Wang Juntao en, eerder dit jaar, studentenleider Wang Dan bij, nadat Peking het dissidentenbeleid veranderde van gevangenisstraf in ballingschap.

Zo werd China's meest bekende dissident, Wei Jingsheng, afgelopen november vrijgelaten en op het vliegtuig naar Detroit gezet na het bezoek van president Jiang Zemin aan de Verenigde Staten. Na een kort verblijf in een Amerikaans ziekenhuis (Wei werd vrijgelaten op 'medische gronden' hoewel hem nauwelijks iets mankeerde), stortte hij zich in een ononderbroken publiciteitscampagne, waarbij hij tijdens ontmoetingen met westerse parlementariërs en regeringsleiders felle aanvallen lanceerde op de mildere mensenrechtenpolitiek van West-Europese landen en de VS die nu meer geïnteresseerd zijn in handel met China en Peking niet voor het hoofd willen stoten door aan te dringen op een verbetering in de mensenrechtensituatie.

Volgens dissident Wang Xizhe, die in 1993 na een gevangenisstraf van veertien jaar werd vrijgelaten en in 1996 naar de VS ontsnapte, moet Wei Jingsheng zich nog bewijzen als 'nummer één' van de dissidentengemeenschap, een rol die hem door westerse media wordt toebedeeld. "Wei is zeker een held", zegt Wang tijdens een interview op zijn hotelkamer in Macau. "Maar hij heeft nog niet veel ervaring als organisator. We moeten zien wat hij kan". Andere dissidenten, zoals de (nu nog in Peking woonachtige Ren Wanding), wijzen de 'autoriteit' van Wei zonder meer af.

BEWAKING VERSCHERPT

Ondertussen zijn herdenkingen van het Tiananmen bloedbad begonnen. In Hongkong demonstreerden afgelopen zondag enkele duizenden mensen die 'de omkering van het oordeel over Tiananmen eisten. Autoriteiten in Peking bestempelen de democratiseringsbeweging van destijds als een 'anti-revolutionaire opstand' en weigeren dit predikaat te veranderen. "Destijds heeft het Centrale Comité een correcte beslissing genomen", zo verkondigde Zhu Rongji tijdens zijn eerste persconferentie als premier van China.

In Peking en andere steden is de politiebewaking verscherpt; mensen die zich in het verleden kritisch hebben opgesteld, worden belemmerd in hun bewegingsvrijheid. Arbeidsactiviste Zhu Rui werd enige uren vastgehouden in Qingdao, waar ze vrienden ontmoette die ze kende van de 'Muur der Democratie'-tijd. "Ik heb het recht om te reizen. Ze stormden mijn hotelkamer binnen. Ik was niets van plan", aldus mevrouw Zhu. Ding Zilin, moeder van de student Jiang Jielian, die tijdens het militaire ingrijpen om het leven kwam, is een van de weinigen die binnen China blijft doorvechten om de waarheid te achterhalen.

Na jarenlange inspanningen publiceerde ze (in Hongkong) een lijst met namen van zes en negentig overleden studenten. Maar de zorgvuldig aangelegde lijst is verre van compleet. "De regering had beloofd zelf met een evaluatie te komen", schrijft mevrouw Ding bij de lijst. "Tot nu toe is deze belofte nooit nagekomen. Ik heb het, als slachtoffer en als moeder van een gestorven zoon, op me genomen om deze lijst samen te stellen".

Fang Jue, een 43-jarige voormalige overheidsfunctionaris en een van de weinige andersdenkenden in Peking die zijn mond durft open te doen: "De huidige regering zal nooit met een omkering over het oordeel van Tiananmen komen. Daarvoor zijn eerst politieke hervormingen nodig. Maar het huidige leiderschap heeft daar geen boodschap aan, want politieke hervormingen betekenen dat ze zelf het veld zullen moeten ruimen".