STANDPLAATS BEIJING - AFSCHEID VAN CHINA

Van onze correspondent Jan van der Made

De eerste dag dat ik in China was werd ik dronken. Ik zat zo'n beetje aan de rand van het Daming-meer met een grote plastic beker vol Qingdao bier. Het was zo'n zompige hitte, in Jinan, provincie Shandong, waar ik toen woonde. Voorbijgangers keken wat bevreemd naar die lange buitenlander, die daar voor zich uit zat te grijnzen, blij eindelijk in China te zijn.

Veel buitenlanders die voor het eerst in een andere cultuur komen reageren als een spons. Ik ook. We dromen in de taal en willen in dat land blijven wonen. We kleden ons als de de mensen van dat land. We gaan native. Gedroomd heb ik, in het Chinees en ook heb ik zo'n lange groene winterjas gekocht voor een tientje, standaard uitrusting van het volksbevrijdingsleger.

Maar de omslag kwam al snel, de irritaties, de bureaucratie, en het besef dat je altijd een buitenlander zal blijven in dit land. De cultuur die, zo hoorde ik meer dan eens, wel vijfduizend jaar oud is, maar waar, dankzij een eindeloos beuken van oorlogen, burgeroorlogen en politieke waanzin, niet veel meer van over is gebleven. Een hopeloze sloot met dood water.

Alle vernieuwingen en economische wonderen ten spijt is er weinig veranderd in China in de tien jaar dat ik er woonde. Nationalisme, opgezweept door een argwanend en paranoïde regime bedriegt het volk door een zich eindeloos herhalend, maar steeds subtieler en venijniger wordend propagandaapparaat. Intelligente mensen worden onverschillig, vluchten weg, of belanden in het gevang.

In het nationalistische gezinder op het puin van het verleden groeit soms een enkele bloem. Een teruggetrokken schilder, een dichter die over vrijheid spreekt. Er zijn perioden van ontspanning. Lang duren die nooit.

De laatste dag in Peking was als een droom. Alles was ingepakt, er waren dozen in de vorm van stoelen, en kisten in de vorm van tafels. Zelfs het vuilnis was ingepakt. Nu zit ik in Hong Kong en ben weer nuchter. Ik zit in het Victoria Park en drink een glas ijsthee, me afvragend of ik net ontwaakt ben uit een droom van tien jaar.