STUIPTREKKINGEN VAN EEN STAALBRONTOSAURUS

CHINA'S STAATSINDUSTRIEËN: STROOMLIJNEN OF STERVEN

De bijl moet in Chinese staatsbedrijven. Bijna de helft van de ongeveer 100.000 staatsindustrieen draait met verlies. Maar Peking is bang om een uit 1986 daterende wet op faillisement in het leven te roepen: dat zou ontslag kunnen betekenen voor een groot deel van de honderd miljoen arbeiders die bij de Chinese staatsbedrijven op de loonlijsten staan.

(Door Jan van der Made)

Ontsteken van het vuur voor de smeltovens

ANSHAN (RNW) Anshan gangtiechang, kortweg Angang is de grootste staalfabriek in China. IJzererts wordt met enorm geraas in smeltovens, daterend uit de jaren Vijftig, gestort. Mannen met handgemaakte asbestpakken moeten het vuur voor de ovens ontsteken met een zuurstoflans en na een tijdje vloeit het gesmolten staal er uit. Veiligheidswmaatregelen zijn er nauwelijks en de spatten gesmolten staal vallen aan weerskanten van de arbeiders op de grond.

Met meer dan 220.000 werknemers is de Angang staalfabriek in Noord-China ook het grootste staatsbedrijf in de Volksrepubliek. Maar het is vooral een symbool voor China's onhandelbare industrie-dinosaurussen die de ziel vormen van het uitstervende socialisme. Ze zijn niet langer te betalen en dat is duidelijk, overal waar je komt. In de controlekamer van het reusachtige staalcomplex zijn geen computers en de draaistoelen van het personeel zijn van hout met versleten leren rugleuningen. Oranje telefoons van goedkoop plastic uit de jaren zeventig en zelfs één met een zwengel vormen de communicatiemiddelen met de buitenwereld.

Arbeider met beschermende kleding van asbest

Afdelingschef Cao, die 3000 mensen onder zich heeft, zegt dat geld het grootste probleem is. "Vorig jaar hebben we duizend mensen moeten ontslaan. Salarissen liggen laag. Als ik mijn salaris bij dat van mijn vrouw leg kunnen we net rondkomen," zegt hij. Meneer Cao mag nog van geluk spreken. Andere staatsbedrijven zoals Angang's zuster-staalfabriek Anhui Staal in Zuid-China hebben al maanden hun arbeiders niet betaald. Lu Wenhou, directeur van de Anshan Fietsen Cooperatie die nauw samenwerkt met Angang: "veel fabrieken sturen hun arbeiders een maand of drie, vier naar huis, zogenaamd om wat uit te rusten. Maar in feite doen die fabrieken dat om energie te sparen."

Office in Angang

FAILLISEMENTSWET

Bijna de helft van de staatsinstellingen draait met verlies. Regelmatig worden er leningen verstrekt aan de staatsbedrijven, maar die worden in een bodemloze put gestort want de staatsbedrijven zijn niet in staat om de leningen terug te betalen. Uitvoerend burgemeester Yin Wen van de stad Changchun, driehonderd kilometer ten noorden van Anshan ziet als grootse problemen van China's staatsindustrie de lage kwaliteit van de producten en het slechte management in de fabrieken: "natuurlijk kunnen we eindeloos geld een slecht bedrijf pompen. Maar dan gaat het alleen maar door met het produceren van producten van slechte kwaliteit. Niemand wil die kopen en het resultaat is dat ze in loodsen worden opgeslagen om weg te rotten."

Changchun is de hoofdstad van de provincie Jilin, die samen met buurprovincies Heilongjiang en Liaoning het vroeger Mandsjoerije vormt. Het hele gebied is zwaar geïndustrialiseerd door de Japanners die het in de jaren twintig als semi-kolonie inrichtten en er een extensief spoorwegnetwerk aanlegden. Na de Communistische machtsovername in 1949 werden veel fabrieken uitgebreid en nu is er de hoogste concentratie van staatsondernemingen in heel China. En daarmee vormt het gelijk China's grootste economische probleemgebied. Daarom is er in Changchun een voorzichtig begin gemaakt met de uitvoering van de Faillisementswet die in 1986 van kracht werd maar die eigenlijk alleen op papier bestond.

WERKELOOSHEIDSVERZEKERING

The Angang complex is too big to walk from one workunit to another one. A bike is the solution.

Twee bedrijven in de stad zijn inmiddels officieel bankroet en zeventien anderen staan op de nominatie. Burgemeester Yin Wen klaagt dat het een eindeloos proces was. "volgens ons Socialisme met Chinese karaktertrekken mogen we geen arbeiders ontslaan. We mogen een bedrijf pas echt failliet verklaren als we eerst voor alle arbeiders vervangend werk hebben gevonden." Het grootste probleem wordt gevormd door het overschot aan arbeiders. Sociale voorzieningen zijn er nauwelijks buiten de staatsbedrijven want het waren juist de staatsbedrijven zelf die verantwoordelijk waren voor de verzorging van de wieg tot het graf. Volgens burgemeester Yin Wen kan dat niet meer. De maatschappij moet voor de burgers zorgen en de staatsbedrijven voor de productie. In januari werd een plan gepresenteerd voor een werkeloosheidsverzekering. Daarbij moet iedere arbeider één procent van zijn salaris betalen wil hij er voor in aanmerking komen. Maar dat systeem staat nog in de kinderschoenen.

Beleidsmakers in Peking eisen dat er volgend jaar concrete oplossingen komen. Maar Beijing staat voor een bijna onmogelijke keuze. Staatssalarissen liggen te liggen rond de zestig gulden per maand en laten weinig ruimte voor een hoge eigen bijdrage voor sociale voorzieningen. Massa-ontslagen zijn niet mogelijk. Ontslagen staan niet alleen haaks op de principes van het "Socialisme met Chinese karaktertrekken" maar ze vergroten ook de kans op onrust. En leiders in Beijing weten dat sociale onrust de kracht van een allesverwoestende tyfoon kan aannemen. Op dit moment lijken zich geen oplossingen aan te dienen en wordt de Chinese economie in een wurggreep gehouden door de socialistische verzoringsstaat.